-2 6 - moet worden» Van deze voorbereidingscommissie is bekend, dat zij bij de provincie om raad geweest zijn en zij heeft geen enkel plan voor wegom- legging in Oudenbosch op het program staan» Laat men dit over aan deze commissie dan komt er helemaal niets van terecht. Hij had gaarne gezien dat de gemeente concrete plannen in de reactie opgenomen had, zodat de commissie hiermede rekening kan houden. Hij zegt een voorstel te hebben. Hij zou de Oudlandweg als quartaire weg aan willen wijzen. Deze vormt dan een aansluiting op de Bornhemweg. Door het langzaam verkeer zal meer gebruik gemaakt worden van de Oudlandweg dan van de Bornhemweg, tenzij men daar moet zijn. Voorts zou hij voor willen stellen om de Hoge Koedijk als weg te gebruiken, daar in Hoeven het Gors een weg van k meter wordt en deze sluit aan op de Koedijk. Dit is een kans voor de gemeente Ouden bosch, daar hierin voor 50% gesubsidieerd wordt door de ruilverkavelings commissie. De rente en aflossing is dan in 26 jaar slechts 6$. Volgens hem ligt hier een kans om iets van de verkeersproblemen in Oudenbosch op te lossen. De voorbereidingscommissie houdt daar nu geen rekening mee. Als men met een weg komt, wanneer de ruilverkaveling is gerealiseerd, is het bezwaarlijk om dan de landerijen weer te doorkruisen. Het lid RENNINGS zegt eerst een algemene opmerking te willen maken. Het is hem duidelijk geworden dat hier nu gepraat wordt over een vooront werp van ruilverkaveling. Wij zijn ook bezig met een bestemmingsplan bui tengebied. Hij gelooft dat het toch wel gewenst is dat, voor het ruilver-' kavelingsplan wordt vastgesteld, Oudenbosch dan ook beschikt over een be stemmingsplan buitengebied» Zo niet, dan is het niet denkbeeldig dat beide conflicteren. Het is zo, althans zo heeft hij het begrepen, dat de voor bereidingscommissie haar activiteiten op elkaar afstemt. Dit neemt niet weg dat deze raad het bestemmingsplan buitengebied moet vaststellen. Met andere woorden als deze raad zou besluiten om het anders vast te stellen dan de voorbereidingscommissie doet dan komt men in een vreemde situatie; althans dan acht hij het niet uitgesloten dat beide plannen met elkaar conflicteren. Hij zou er op willen aandringen dat burgemeester en wet houders al het mogelijke in het werk stellen om het bestemmingsplan bui tengebied op een zodanig tijdstip te realiseren dat dit nog voor de vast stelling van het ontwerp-':"-.Iverkavelingsplan Oud Gastel-Oudenbosch gere geld is. De opmerking van de heer Rubbens ten aanzien van de Koedijk on derschrijft hij. Voorts vraagt hij of het bekend is dat er bij het over leg met de ruilverkavelingscommissie gesproken is over verbreding van we gen in het buitengebied. Met name is hij nogal geïnteresseerd in de Wol- venstraat. Destijds gold dat de wegen verbreed moesten worden vanwege de grote landbouwmachines etc. Hij is met de gegevens uit het rapport ter plaatse gaan kijken» Hij zegt dan: Moet men de Wolvenstraat zien als een weg, die zich leent voor het verplaatsen van grote landbouwmachines of is het ook nog een weg die geschikt is om met auto's van beide richtin gen te berijden. Als deze weg verbreed wordt, gaat het karakter volledig verloren. De hagen en de houtwallen staan tot op de weg, dat wil zeggen iedere meter verbreding betekent het kappen van hout. Dan zegt hij: de aantrekkelijkheid, het karakter van de Wolvenstraat verdwijnt. Voor hem en voor velen dacht hij, is dit een unieke straat. Hij zou willen komen tot de stelling of men niet naar andere oplossingen kan zoeken. Hij zou voor willen stellen in de brief achter de passage over de wegen op te nemen dat de raad voorts grote waarde toekent aan het huidige karakter van de Wolvenstraat en een eventuele verbreding van genoemde straat slechts overwogen zal worden indien daarmee niet de bestasinde houtwallen en hagen worden geslegd en dat het college danook dringend verzoekt met de wegverbindingen en randvoorwaarden ten aanzien van de Wolvenstraat reke

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 120