- 23 - en waarbij hij de indruk heeft dat zeker de tweede gerealiseerd kan wor den» Hij dacht dat het niet helemaal fair was nu al vooruit te lopen op de discussie die zich hierover nu nog zal gaan afspelen. Het lid DE VETH zegt dat hij dacht dat hij als eerste spreker over deze kwestie moest beginnen» Dit is in ieder geval nog een nasleep van de vorige raadsvergadering» Hij is het met het voorstel dat nu aan de orde is eens. Het lid VAN ELZAKKER zegt dat dit een heel goede zaak is. Men moet het zo zien. Het is voorlopig een bereidheidsverklaring, die alle moge lijkheden openlaat om de eventuele voorstellen, welke via de commissie, gewestraad of dagelijks bestuur terugkomen naar de gemeenten en dan pas van kracht worden wanneer alle gemeentebesturen daaraan hun fiat hebben gegeven» Het lid RENNINGS zegt dat hij hierover vorige keer al veel gezegd heeft. Hij heeft de notulen nog eens extra nagekeken om te kijken of er toch niet, want dat was beslist de intentie niet, een reactie werd uit gelokt zoals die er zojuist geweest is. Hij gelooft dat hij aan het einde van zijn betoog gezegd heeft: voorzitter en leden van de gewestraad kunt u mij daarop aitwoord geven. Als hij nu hoort dat er twee amenderingen, die nu in het preadvies staan, zijn voorgedragen en dat het streekgewest deze blijkbaar zal overnemen dan vindt hij het een goede zaak dat er twee bouw stenen zijn aangedragen welke hij van wezenlijk belang vindt voor Ouden bosch en voor het streekgewest. Dat suggestie 2 ook bij het streekgewest leeft wist hij tot nu toe nog niet. Dat heeft hij uit geen enkele publi catie kunnen lezen en dat heeft geen lid van de gewestraad hem vorige maand verteld» Hij heeft vorige keer aan het einde in tweede termijn ge zegd: "Voor het beleid van de gezondheidszorg in West-Brabant zou ik voor willen stellen het voorstel terug te nemen omdat men zich in de komende maand over deze aangelegenheid kan uitspreken." Hij houdt er rekening mee, dat hij niet overal zijn zin in zal krijgen, maar hij wil daar een bijdrage in leveren. Dit heeft een aantal mensen van ons geprobeerd» Hij moet zeggen dat de 2 zwaarstwegende punten genade hebben kunnen vinden bij het college» Hij zou toch een poging willen doen om er enige achter gronden bij te vermelden» Met name het eerste punt: dat wij grote zorg hebben over de ontwikkelingen, die begrijpelijk in gang gezet zijn tot samenwerking met andere organisaties buiten het gewest. Als men werke lijk een gewestelijke gezondheidszorg tot ontwikkeling wil laten komen, die ook erkenbaar is voor de Oudenbossche samenleving, dan gelooft hij dat men in gesprek moet komen met kruisverenigingen en misschien met maatschappelijke centra. Deze zijn erkenbaar in elke kleine plaats van het streekgewest. Hij gelooft dat men daarvoor moet zorgen» Als men die taak van de gezondheidszorg overdraagt aan de gewestraad, moet het be stuur van het gewest daaraan bijzonder veel aandacht geven, omdat een dergelijk gesprek alleen maar tot stand kan komen via een zorgvuldig en afgewogen beleid. Hij zou dan ook graag punt 1 in die zin vallen amen deren dat "gewenst" wordt veranderd in "noodzakelijk", en dat aan punt 1 wordt toegevoegd: "En dat wordt onderkend dat van de zijde van het streekgewest en de gezondheidsdienst hun activiteiten en hun zorgvul dig afgewogen beleid om een gesprek met deze organisaties op gang te bren gen". Ten aanzien van het tweede punt zou hij willen opmerken dat de er varingen, die men in Oudenbosch heeft opgedaan met een bestuurscommissie toch wel hebben opgeleverd dat men zou kunnen zeggen: Uit ervaring is geleerd' dat een bestuur van openbare voorzieningen aan kwaliteit wint, wanneer burgers met affiniteit voor het onderwerp van bestuur zich mede met het bestuur belasten. Hierop kan op bestuurlijk niveau het product van deskun-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 117