- 21 -
leefd - toetst hij op het moment, dat hij de rekening onderzoekt.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat dit juist de kern is. Er is gezegd dat
de doelmatigheid in feite is vastgesteld bij het vaststellen van de begro
ting en de diverse credietvoteringen. In feite kan men de doelmatigheid
uitsluitend vaststellen wanneer men terugkijkt, want dan weet je namelijk
wat er gebeurd is. Op het moment dat de begroting wordt vastgesteld heb
je wel een inzicht dat men iets wil maar niet wat er in werkelijkheid
zal gebeuren. Hij gelooft dat dat inderdaad de stelling is waarvoor een
behoorlijk rekeningonderzoek waardevol is. Niet omdat men in het verleden
wil graven en daar bepaalde verantwoordelijkheden van de raad wil gaan
aanvallen maar omdat men daaruit lering kan trekken. Enerzijds kan men
uit het nemen van een besluit, zonder volledig inzicht in wat er gaat
komen en anderzijds uit hetgeen er gebeurd is, lering trekken. In dat
opzicht is een deugdelijk onderzoek door alle raadsleden bijzonder nuttig.
Alleen is dit voor hem geen reden om te zeggen dat dit dan moet plaats
vinden door twee afdelingen.
De VOORZITTER zegt beluisterd te hebben dat er sympathie bestaat
voor de gedachte de rekening te laten onderzoeken door een commissie van
drie personen. Men zal nu nog alleen de commissie in moeten vullen. Hij
zou dan tot stemming over willen gaan en de commissie van stemopneming
aan willen wijzen te weten de heren Kop Jansen en de Veth. Hij vraagt of
iemand kandidaten wil stellen.
Het lid DE VETH wil de heer A. van Hoof als kandidaat stellen.
Het lid RENNINGS zou het op prijs stellen de heer N. van Hoof als
kandidaat te stellen vanwege zijn activiteiten en deskundigheid op dit
gebied.
Het lid MOL zegt dat de heer Rennings sprak over de activiteiten
van de heer N. van Hoof. Hij zou daarom ook de heer Rennings als kandi
daat voor willen stellen.
De VOORZITTER stelt voor over de eerste kandidaat zijn stem uit te
brengen.
De stemming heeft tot resultaat:
lid A. van Hoof: 11 stemmen
lid Kessel: 1 stem
blanco: 3 stemmen.
Benoemd is derhalve het lid A. van Hoof.
De VOORZITTER stelt voor over de tweede kandidaat te stemmen.
De stemming heeft tot resultaat:
lid N. van Hoof: 15 stemmen.
Benoemd is derhalve het lid N. van Hoof.
De VOORZITTER stelt voor over de derde kandidaat te stemmen.
De stemming heeft tot resultaat:
lid Rennings: 13 stemmen,
blanco: 2 stemmen.
Benoemd is derhalve het lid Rennings.
16. Voorstel tot het aangaan en verstrekken van een geldlening in verband
met de bouw van 1*f2 woningwetwoningen door de Stichting Woningbouw St.
Bernardus/58e wijziging gemeentebegroting 1976.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
17» Voorstel tot het in beginsel uitspreken -van de bereidheid tot over
dracht van de openbare gezondheidszorg aan het Streekgewest V/estelijk
Noord-Brabant