- 15 -
uitstel. Hij gelooft niet dat hierdoor de muzikale vorming voor deze
school op helling wordt gezet. Hij zou alleen willen bereiken dat de
studie, die daarover op handen is, wordt afgewacht. Genoemde rijkscon
sulent heeft hem verzekerd dat dit binnen nu en zes weken zal zijn. Dit
zal in ieder geval de gelegenheid geven om aan de muziekschool in Ouden
bosch en de basisscholen, die aan deze vorm van onderwijs gestalte wil
len geven, de mogelijkheden te openen dat er overleg gepleegd gaat wor
den om te komen tot meer continuïteit in de muzikale vorming. Hij vindt
dat hij dit zeer goed kan verdedigen daar hier in het voorstel staat:
"In de voor de eerste inrichting opgestelde begroting waren voor ge
noemde leermiddelen bedragen van respectievelijk 1.250,en 900
opgenomen. Aangezien destijds geen der leerkrachten van de basisschool
De Klinkert een specifieke bevoegdheid voor die vakken bezat, werd niet
tot aanschaffing der leermiddelen overgegaan." Dit betekent dus dat, wan
neer een leerkracht wel bevoegd is en over een jaar of anderhalf weg
zou gaan, op dat moment de continuïteit van deze vorming teniet wordt
gedaan. Het ministerie en ook onderwijsdeskundigen vinden dat er een
integratie tussen de muziekscholen en het basisonderwijs in deze zaken
tot stand gebracht moet worden. Op grond daarvan zou hij voor willen
stellen om een maand geduld te hebben opdat aan de hand van de studie
meer zaken gedaan kunnen worden ten behoeve van deze continuïteit.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat, als de heer Brouwers gezegd zou
hebben om daar een studie over op te zetten, hij dit dan te ver gezocht
zou vinden. Als de heer Brouwers gelijk heeft dat op een zo korte ter
mijn daarover meer gegevens beschikbaar worden, dan neigt hij om het met
hem eens te zijn.
De VOORZITTER zegt dat het verzoek van de Stichting Katholiek Onder
wijs St. Paulusparochie Oudenbosch op 22 januari binnen is gekomen. Dat
betekent dat binnen een termijn van 4 maanden een beslissing genomen
moet worden. Dit betekent dus uiterlijk overmorgen. Dat is niet om de
raad voor het blok te zetten. Hij neemt aan dat, als die ontwikkelingen
van recente datum zijn, deze dan ook niet ontgaan zijn aan het betreffen
de bestuur en dat zij dan wellicht de brief van 20 januari niet ter uit
voer zal leggen. Hij heeft de indruk dat hier gepraat wordt over een be
voegdheid van de school zelf en dat het gemeentebestuur toch niet verder
zou kunnen gaan dan een vriendelijk verzoek. Hij neemt aan dat, als de
raad vandaag niet bereid is dit verzoek te honoreren, het schoolbestuur
met vrucht in beroep zal gaan.
Het lid BROUWERS zegt dat hij dit natuurlijk kost wat kost wil voor
komen, want dan komt er van integratie helemaal niets terecht. Hij meen
de toch dat het tot zijn verantwoordelijkheid behoorde de raad er op te
wijzen, dat er een rapport verschijnt. Hij zou toch over deze hoofden
heen het verzoek aan de basisscholen willen doen om aangaande deze hele
materie minstens met de bestaande muziekschool in contact te treden.
Hij vindt dat het college van burgemeester en wethouders dit wellicht
zou kunnen doorspelen.
Het lid VAN DER GRAAF vraagt of de voorzitter een verklaring kan
vinden voor het feit dat een dergelijk verzoek zo kort voor het aflopen
van de gestelde termijn aan de orde wordt gesteld. Temeer daar dit niet
een op zichzelf staand geval is. Er zijn meer van dergelijke verzoeken ge
weest en dan denkt hij meer aan verzoeken om medewerking tot het stichten
van scholen, die ook op een zo korte termijn aan de raad werden voorge
legd. Hij moet wel zeggen dat dit de indruk wekt dat de raad bij voorbaat
het mes op de keel wordt gezet. Hij zegt alleen maar het wekt de indruk;
hij zegt nog niet dat hij dit gelooft, maar hij wil toch graag een verklaring
hierover.