- 11 - breidings- en bestemmingsplannen. Er is gesproken over de lasten die er op dit moment op drukken. Dat is inderdaad zo. Dit is al 10 jaar het ge val. Naar zijn mening zit men met de bijschrijving van al die lasten toch met een erg gunstige prijs op dit moment. Nogmaals: zijn fractie is het eens met de herverkaveling; daar is zelf om gevraagd, maar niet zoals het nu voorgesteld wordt. Het lid KOK zegt nogmaals niet tegen de herverkaveling te zijn maar wel met de bepaalde vrijheid van de dienstwoningen te zitten. Dit ligt bij hem nogal zwaar op de maag. Als men zegt dat de bouw van bedrijfs woningen aan banden wordt gelegd, dan kan hij er mee akkoord gaan. Het lid RENNINGS wil iets toevoegen aan het gestelde betreffende het aanwenden van de reserves. Hij dacht dat bij de algemene beschouwingen was gezegd dat men er niet veel voor voelde om zonder bepalingen, zonder aanzien des persoons of zonder aanzien des bedrijfs reserves aan te wen den voor bedrijfsvestigingen. Er is toen gesteld dat men dan een relatie zou moeten leggen tussen de mate van het scheppen van werkgelegenheid en het eventueel gebruik van die reserves. In dit licht kan hij zich voorstel len dat men voor een dergelijke vestiging van een garagebedrijf niet uit die reserves put. Niets staat in de weg om dit, zo het invloed kan hebben op het werven van bedrijven, alsnog te doen. V/at het eerst opnieuw vast stellen van de bestemmingsbepalingen betreft, merkt hij op dat dit als hij goed geluisterd heeft, uitsluitend betrekking heeft op de grootte van de dienstwoning. Naar zijn overtuiging is dat gevaar van dienstwoningen al leen maar aanwezig aan de zijde van de Bosschendijk. Daar is het alleen nog maar aantrekkelijk wonen, maar niet in het industriegebied, waar men met de bepalingen van het bestemmingsplan een grote variëteit van bedrijven kan hebben. Hij gelooft toch zeker dat men zich zal bedenken om een bunga low te situeren alleen om het wonen in een bungalow. Hij gelooft dat het verleden ons daarin geleerd heeft. Men krijgt grote prijzen of grote op brengsten voor bungalow-percelen als deze maar een klein beetje riant lig gen. Dan wil hij slechts verwijzen naar de algemene klacht die men hoort in bijvoorbeeld de Br. Christofoorlaan, waar bewoners van woningen, die dus aan de achterzijde begrenst zijn door bedrijven, zich afvragen waarom zij tegen die bedrijven aan zitten te kijken. Hij gelooft dat men dat ge woon moet voorkomen, omdat men ook niet moet praten om het industriege bied aan de Bosschendijk te verdeler: in achterin industrie en voorin wo ningen. Dit is hinken op twee gedachten. De VOORZITTER zegt dat de samenvatting die de heer Rennings gaf met betrekking tot de wijziging van de bepalingen van het bestemmingsplan wel klopt. Deze zal zich nader richten op de omvang van de dienstwoning en de prijsstelling. Men kan zich afvragen of het in dat licht verstan dig is om de kans, die nu voor ons ligt, om een kavel te verkopen te la ten schieten. Men zal zonder twijfel vernomen hebben dat het plan tot herverkaveling van industrieterrein geen zaak is die alleen in onze ge meente speelt, want ook Roosendaal heeft aangekondigd hetzelfde te gaan doen. Daar zullen vermoedelijk ook wel gegadigden op af komen. Of deze gegadigde dit zal doen is niet reëel om daar op in te gaan. Hij heeft in eerste instantie ook gezegd het hier niet gaat om ruilverkaveling maar om het smeden van heet ijzer. Hij is blij dat elders uit de raad toch beves tigd is dat er, zij het informeel, duidelijk overleg is geweest met de raad en dat de herverkaveling en dan alleen de verdeling in gebiedjes zo als die er nu liggen, duidelijk in de geest is van de zienswijze van de raad. Ten aanzien van de bezwaren met betrekking tot de informatie aan de vroegere gegadigden heeft de wethouder zonder twijfel namens het college gesproken. De vraag omtrent het besteden van reserves is inderdaad niet

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1976 | | pagina 105