- 9 -
te voeren. Er werd ook gesproken over vroegere gegadigden. Hij kan zich
herinneren dat in het verleden twee gegadigden voor kleinere percelen zijn
afgewezen, omdat men toen nog van de gedachte uitging naar grotere per
celen. Hij moet zeggen dat deze personen hiervan niet in kennis zijn ge
steld. Het is overigens al jaren geleden dat zij gegadigden waren. Gezien
de publiciteit die zich om deze zaak heeft afgespeeld - dit is bij de be
grotingsbehandeling geweest - is het beslist geen geheim wat zich hier
afspeelt. Betrokkenen hadden, als zij nog belangstelling hadden kunnen re
ageren. Het aantal reacties, wat ontvangen is, toen bekend werd dat er
een herverkaveling bezig was, is nogal vrij groot in verhouding tot de
belangstelling die er vroeger was. Wat dat betreft is het geen geheim.
Het lid PLEVIER zegt dat hij uiteraard verwacht had dat het argument
zou komen dat er een ëLag\a£rdig beleid moet worden gevoerd en men dus niet
langer moet wachten. Hij mag er echter in dit verband op wijzen dat al
zeker - hij kan zich vergissen in een jaar - een tiental jaren dat ter
rein braak ligt en dat het een anderhalf jaar geleden geweest is dat deze
raad deze kwestie opnieuw heeft aangezwengeld en heeft aangedrongen, in
welke vorm dan ook, op een andere indeling, hetzij door herverkaveling,
hetzij door herbestemming. Hij gelooft dat het zeer reëel is dat men mag
stellen dat, wanneer er minimaal acht jaren niets veranderd is en er dus
geen gegadigden geweest zijn voor de grotere kavels en de raad zelf de
zaak dan aan de orde stelt, het dan niet meer dan billijk is dat de raad er
zeer uitvoerig op ingaat. Hij schijnt een heleboel gemist te hebben in
deze raad. Hij kan zich beslist niet herinneren dat zo uitvoerig en zeker
officieel deze zaak is voorgelegd aan de raad. Misschien dat het geweest
is in één van de vergaderingen dat hij niet aanwezig was. Hij dacht dat er
dit zeer weinig geweest waren. Hij vindt dit een niet-steekhoudend argu
ment. Wat betreft het informeren aan hen die vroeger naar een klein ka-
veltje gevraagd hadden, merkt hij op dat de wethouder al gezegd heeft dit
aardig zou geweest zijn. Hij vond, zoals hij het in eerste instantie had
gezegd, het op zijn minst gerechtvaardigd. Op punt vier, de vierkante
meter-prijs, die nu is vastgelegd, heeft hij geen afdoend antwoord gehad.
Bij de begrotingsbehandeling werd door het college gesteld dat er een
nadere bestudering met informatie aan de raad omtrent die reserves zou
komen. Omtrent punt vijf dat bij de verkoop van deze kavels de werkgele
genheid goed gerealiseerd zal worden, bestaat bij hem twijfel. Deze kan
best ongegrond zijn. Zijn fractie blijft echter - en' is beslist niet over
tuigd - bij haar eerder ingenomen standpunt.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat er op dit moment twee zaken zijn die
hem nog niet bevredigen. Eén daarvan is de woningkwestie. Hij heeft het
gevoel dat deze bestemmingsplanbepalingen op dit moment de gelegenheid geven
om toch wat woningbouw te plegen, waar men uiteindelijk niet op uit is.
Dan heeft hij kennelijk een grotere bezorgdheid dan de heer Rennings voor
wat dit punt betreft. Hij gelooft ook niet dat men blij moet zijn met
maximaal 35 woningen op dit terrein, wanneer er 35 kavels zullen zijn.
35 woningen komt toch dicht bij een wijziging van de plannen. Op een ge
geven moment is gezegd dat de raad de keuze van de bedrijven die toegela
ten zullen worden zelf kan bepalen. Men kan al dan niet een bedrijf toe
laten. Daar kan hij niet in meegaan. Men moet wel waken voor de rechtsge
lijkheid dat wil zeggen men moet voordat er verkocht gaat worden weten
wie men wil toelaten. Er moet in alle openbaarheid bekend gemaakt worden
wie men wil toelaten. Dat betekent dat de bestemraingsplanbepalingen gewij
zigd moeten worden. Dan komt men aan het moment van slagvaardig -handelen.
Dat is daarmee in tegenstrijd. Dat zou het dus inderdaad onmogelijk maken
om deze gegadigde op grond hiervan niet toe te laten. Hij moet zeggen dat,