- 11 -
het reglement van orde van toepassing is. De praktijk leert ook: we doen
niets anders dan vragen beantwoorden. U hebt elke vergadering opnieuw
bij de rondvraag gelegenheid, er ligt zelfs sinds jaar en dag een
schriftelijk vragenformulier ter inzage, waar nauwelijks ooit gebruik
van wordt gemaakt, ook een mogelijkheid om nog vragen te stellen. In
dit geval is door de wethouders ook nog gezegd: bel de burgemeester op
over die kwestie, er wordt ook genoeg telefonisch geïnformeerd, hetzij
bij de burgemeester of de secretaris, hetzij bij de ambtenaren. Alle
maal mogelijkheden om ons te verantwoorden. Er; :kan niemand in Nederland
veroordeeld worden voor niet authentieke uitspraken. Je hoeft ook niet
eerst te gaan vertellen luister eens, er zijn vragen gesteld, maar ik
moet wel beginnen met te zeggen, wat zich precies heeft afgespeeld.
En als het dan nog eens over bestuurszaken ging dan lag het nog anders,
maar wij ontkennen dat. Het gaat gewoon over een kwestie van voorberei
den van de agenda van een van de volgende raadsvergaderingen. Als we
daar al geen vrijheid meer mogen hebben om dat zelf op te stellen, dan
maakt u het voor het college van burgemeester en wethouders gewoon on
mogelijk om te functioneren, dan is de lol er in de kortste keren van-af.
We zijn echt geen marionetten. We mogen ook naar eigen eer en geweten
met marges van vrijheid handelen. Dat zit er toch wel principieel achter.
Het lid KOK zegt dat zijn fractie het vaste vertrouwen heeft in het
college van burgemeester en wethouders voor wat betreft de vrijheid van
handelen envoorstellen aan de raad voor te bereiden en dit op een eigen
wijze te doen. Maar toch zit zijn fractie met een vraag n.l. waarom dit
onderwerp niet ter sprake is gekomen in de vergadering van 17 april.
De vraag die het lid van der Graaf gesteld heeft ligt zijn fractie toch
wel wat zwaar op de maag.
De VOORZITTER antwoordt dat men dit wilde voorkomen door het af
wijzen van de interpellatie die hij had gevraagd, dat ook deze discus
sie eigenlijk automatisch afgehandeld zou zijn. Dat heb ik ook duidelijk
gezegd, omdat de heer van der Graaf begon uit te leggen: luister eens
er is dit en dat aan de hand, ik heb vragen gesteld en burgemeester en
wethouders wilden niet antwoorden. Toen hebben we dat gescheiden en
daarom staat dat ook in dit preadvies: er waren twee dingen. Een ver
zoek om te interpelleren, dat hoefde niet want de zaak stond op de agen
da en de vraag: was burgemeester en wethouders nu gerechtigd om niet te
antwoorden?Als deze aak.niet op de agenda had gestaan en we hadden moeten
stemmen al of niet die interpellatie toestaan, dan was ook deze princi
piële kant van de zaak gewoon afgevoerd en dat heb ik toen ook aan zijn
adres gezegd. Ik wil best die academische discussie hebben, ik weet
niet hoe ik mij toen heb uitgedrukt en ik wil niet de indruk wekken dat
de formele aspecten met materiële gegevens van tafel worden gevoerd.
Dat is de reden.
Het lid BROUWERS vindt dat er ontzettend veel gepraat wordt over
een zaak die eigenlijk logisch te verklaren is. Er verschijnt een arti
kel in de krant en de heer van der Graaf vraagt eigenlijk of dat arti
kel juist is. Als de heer van der Graaf aan u vraagt een zaak die u he
lemaal niet bekend is en u zegt dan nu daar ben ik niet van op de hoogte,
ik heb het idee dat dat voor de heer van der Graaf de aanleiding is
geweest om te zeggen: ik heb geen antwoord gekregen. In de vergaderingen
die er zijn geweest, 26 februari zijn we informeel bij elkaar geweest,