- 9 -
vasthouden dat hij het althans heeft geïnterpreteerd als op verzoek van
raadsleden wel inlichtingen moeten worden gegeven. Naar zijn mening
spreekt de inhoud voor zich en het doet er zijns inziens niet toe wat
de aanleiding tot het stellen van vragen is, maar en nu komt hij aan het
tweede deel van zijn betoog: ten aanzien van de principia is in deze
raad overvloedig het woord gevoerd.Terzake van de door het lid van der
Graaf gestelde vragen dringt zich eveneens iets anders op, En dat is
naar onze mening toch wel tolerante houding van het college. Deze hou
ding, het-zij met nadruk gezegd, is karakteristiek voor het college in
het algemeen en voor de voorzitter in het bijzonder. Onze fractie is
nu bijzonder gelukkig met deze opstelling, omdat zij naar onze stellige
mening voortkomt uit de overtuiging dat de gemeente en de gemeentenaren
gebaat zijn hiermee. Ten eerste: De gemeenteraad functioneert in goede
onderlinge samenwerking en ten tweede: Een goede samenwerking tussen
de gemeenteraad en het college. Naar onze mening is de grens nu duide
lijk overschreden en de tolerantie ten opzichte van de heer van der
Graaf duidelijk te ver gegaan. Immers de eerste voorwaarde voor samen
werking is de aanwezigheid van onderling vertrouwen en wederzijds res
pect. Wanneer wij nu in de discussie over het principe van het beheer
van de centrale antenne-inrichting in Oudenbosch worden geconfronteerd
met de heer van der Graaf die pleit voor opname van ASTO of zijn be
stuursleden in de beheerscommissie danwel in eerste instantie de
stichting en inpassing van de ASTO—plannen in de centrale antenne—in
richting Oudenbosch en vervolgens uit de pers vernemen dat de heer
van der Graaf typische vragen stelt over het door het college van bur
gemeester en wethouders gevoerde beleid ter uitvoering van een raads
besluit, respectievelijk ter voorbereiding van nieuwe raadsbesluiten.
Ik wil het een en ander wat ik nu in het algemeen heb gezegd toch wel
met enige citaten uit de notulen bevestigen, althans verduidelijken.
Dat tijdens die discussie van de raadsvergadering van 20 maart 1975
ten aanzien van dit punt, waarin wordt gezegd: "Zou het niet verstandi
ger zijn," en nu citeer ik hier de heer van der Graaf, "om een gesprek
te hebben met deze stichting in verband met het samenbrengen van die
centrale antenne—plan en dan denk ik hier in hoofdzaak aan de mast van
de stichting ASTO en de verdere plannen, want hij ziet anders al twee
raasten staan in Oudenbosch. Formeel kan de plaats, die toewijzing van
de grond gewijzigd worden, maar dat lijkt mij niet juist gezien de
verstandhouding waarin de onderhandelingen met de stichting ASTO zijn
gevoerd.. Op een gegeven moment wanneer zou blijken dat een andere mast
nodig zou zijn voor de complete centrale antenne—inrichting voor heel
Oudenbosch, die mag, heeft hij zich laten vertellen, 13.000,—
kosten." Ik bedoel maar, hier heb ik duidelijk uit begrepen dat de heer
van der Graaf voorstander was om de mensen va.n ASTO er bij te betrekken,
om de plannen van ASTO in de gemeentelijke centrale antenne—inrichting
op te nemen. Verder wordt gepleit dat.de heer ven der Graaf het zich
kan voorstellen dat de zaak in handen wordt gegeven van een stichting.
Ik geef toe, ik heb in een belangrijke mate het punt van de heer van
der Graaf gesteund en dat doe ik zakelijk op dit punt nog steeds.
Maar ik heb er moeite mee als hij dan in die zelfde vergadering weerzegt,
en dat hij de indruk wekt dat hij het daar dan niet mee eens zou blijken
zijn, in zijn vragen. Verder in die notulen zegt hij, dat hij zich ook kan