- 5 -
is. Hij is met name gelukkig dat er meerdere plannen worden ontwikkeld
en dat de gemeente dus ook nieuwe plannen krijgt. Dit kan uit een oog
punt van slagvaardig Beleid alleen maar goed zijn» Maar naar aanleiciing
van het antwoord van de voorzitter op de vraag van het lid Brouwers,
vraagt hij of dit nu betekent dat de nieuwe wensen die aangedragen worden
daarmee dan ook die 28.000,— discutabel worden gesteld.
De VOORZITTER antwoordt dit niet te geloven, want het zal de archi
tect weinig uitmaken zus of zo te moeten indelen. Het is gewoon een
kwestie dat er een programma van eisen moet opgesteld worden, althans
voor zover dit afwijkt van wat er nu als praatpapier op tafel ligt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
7. Discussie over het al of niet beantwoorden van vragen van raadsleden
door burgemeester en wethouders in een concreet geval.
Het lid VAN DER GRAAF stelt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
Ik begin dit debat met weinig illusies. De standpunten zijn al verhard.
Eet zal moeilijk zijn om tot elkaar te komen. Daarbij komt dat men de
situatie beoordeelt naar een bepaald verwachtingspatroon, waarin de rol
verdeling van de onderscheidene componenten in het gemeentebestuur een
heel andere is dan Thorbecke ooit voor ogen heeft gestaan. Dat verwach
tingspatroon is gevormd na een jarenlange praktijk waarin die rolver
deling, door uiteenlopende oorzaken, gaande weg een andere werd, dan de
grondwet en de gemeentewet duidelijk stellen. Ik kom daarop nog terug.
Ik zei weinig illusies te hebben. U mag daaruit niet afleiden dat ik het
niet nodig vindt om over deze zaak te discussiëren. Integendeel, ik zou
mij aan mijn verantwoordelijkheid onttrekken wanneer ik het hoofd in de
schoot zou leggen. Toen ik in deze raad werd gekozen was ik mij terdege
bewust van de taak die ik op mij nam. En daarbij behoort, niet in de
laatste plaats, het behoeden van in de wet vastgelegde spelregels.
Ik wil duidelijk onderscheiden: 3 zaken. Te weten: de rolverdeling tussen
de bestuurlijke componenten, de formele kan van het recht op beantwoor
ding van vragen en de materiële kant van het recht op beantwoording van
vragen. Het lijkt niet geheel overbodig om enkele woorden te wijden aan
die rolverdeling. Immers wanneer de voorzitter, met de secretaris de
enige full-time bezoldigde niet-amateur in dit gezelschap is, )het bestaat
om in een interview in het Parochieblad de volgende woorden te gebrui
ken: "Als gemeentebestuur betekent burgemeester en wethouders, dan kan
ik dit zonder meer ontkennen; als je onder gemeentebestuur verstaat
burgemeester en wethouders en de gemeenteraad dan Dan., mijnheer
de voorzitter vraag ik mij af hoe het mogelijk is dat die enige full
time bezoldigde niet-amateur niet weet of niet wil weten wat het gemeente
bestuur is. En wat kunnen we dan nog zeggen van dit gezelschap goedwil
lende amateurs en van de pers bijvoorbeeld, die ook herhaaldelijk blijk
geeft van enig verkeerd begrip in deze. De grondwet maakt het kort:
"Aan het hoofd van een gemeente staat een raad."De gemeentewet is duide
lijk. Titel 1, art. 1 luidt:"Het bestuur van elke gemeente bestaat uit
een raad, een college van burgemeester en wethouders en een burgemeester."
Nogal ondubbelzinnig zou ik zo zeggen ook in de volgorde. En ook wel be
grijpelijk die volgorde. Wanneer de hoogste wet, de grondwet, het gezag
