- 8 -
aantal mogelijkheden kiezen. Tijdens de bespreking van dit onderwerp
in zijn fractie is duidelijk naar voren gekomen dat veel argumenten
werden aangevoerd, waarbij de mogelijkheid onder c de beste oplossing
bleek.
Het lid RENNINGS wil gaarne bevestigen hetgeen het lid Brouwers in
deze heeft opgemerkt. Tevens acht ook hij redenen aanwezig om de bepa
lingen en voorwaarden in het voorlopig koopcontract te doen herzien. Bij
de herziening van de bepalingen in het voorlopig koopcontract kan het
college van burgemeester en wethouders zich eventueel juridisch laten
bijstaan.
De VOORZITTER antwoordt dat aan bedoelde bepalingen en voorwaar
den al jaren gesleuteld is. Toch blijkt in deze bepalingen steeds een
lek te zitten. Hij zegt toe dat de voorwaarden en bepalingen van de
voorlopige koopovereenkomst nog eens bekeken zullen worden.
Het lid N. VAN HOOF is van mening dat de voorwaarden en bepalingen
van de voorlopige koopovereenkomst, volgens hem, waterdicht zijn. Het
gaat om de toepassing van deze bepalingen. Vindt deze toepassing plaats
naar de geest of de letter, dat is de vraag. De opgenomen voorwaarden en
bepalingen in de voorlopige koopcontracten zijn wel goed.
De VOORZITTER stelt voor het raadsbesluit van 26-9-74 tot verkoop
van grond aan de heer C. Dekkers in te trekken. Burgemeester en wethou
ders zullen dan handelen conform het gestelde onder punt c van het pre
advies.
Het lid VAN DER GRAAF merkt op dat de heer Dekkers wel zijn rede
nen zal hebben om op de aankoop van grond in het plan Kom Oudenbosch
Noord terug te komen. Volgens hem moeten zakenlieden toch vooraf weten
wat zij gaan doen. Zijn hart is er goed voor om het destijds genomen
besluit niet in te trekken. Alles overwegende zegt hij met schroom zijn
stem aan de intrekking van het raadsbesluit van 26-9-74 te geven.
De VOORZITTER stelt nogmaals voor het raadsbesluit van 26-9-74
in te trekken, waarna burgemeester en wethouders het gestelde onder
punt c van het preadvies zullen volgen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
19. Voorstel tot ongegrondverklaren van het verzoek om voorziening tegen
weigering bouwergunning ten name van JVr .ugde
Het lid VAN DER GRAAF informeert of de voorzitter zou kunnen zeg
gen hoe de situatie is ontstaan dat de heer Vreugde ter plaatse een
niet—agrarisch bedrijf heeft gevestigd. Wanneer het gemeentebestuur in
eerste instantie heeft gezegd dan moet het nu ook B zeggen.
De VOORZITTER antwoordt dat de heer Vreugde nooit gevraagd heeft
in dit agrarisch gebied een niet-agrarisch bedrijf op te richten. De
nu ingediende aanvraag voor uitbreiding van bedoeld bedrijf in het agra
risch gebied gaat nu te ver, vandaar dat burgemeester en wethouders het
verzoek om bouwvergunning hebben geweigerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
14. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de La—
geronderwi.jswet 1920 voor verbouwing en herstel van de Idaac da Costa-
school.