- 17 -
van de mensen van de stichting Asto, die het gesprek meegemaakt heeft,
geweest zijn. Ik vind het geen prettige zaak om het op die manier te
spelen. Ik wilde u vragen in welke mate heeft u van de werkzaamheden
van de stichting Asto nut gehad.
De VOORZITTER zegt daar in het kort op te kunnen zeggen, dat wij
dachten dat het redelijk was dat een aantal voorbereidende werkzaamheden
die anders door anderen hadden moeten gebeuren, dat die inderdaad zouden
worden ingebracht en wij weten in ieder: geval zeker dat bij die stichting
wel de nodige know-how is verzameld en men heeft aangeboden om die in te
brengen. Daarnaast heeft men nog iemand candidaat gesteld en dat is dan
gewoon een kwestie die we zelf in de hand hebben of dat we die candida—
tuur overnemen. Wij vonden dat het redelijk was hen tegemoet te komen,
waar het dus ook zo is dat aanvankelijk het er niet naar uitzag, dat wij
zo vlug die hele zaak zullen gaan inbrengen. Dan herhaal ik wat we in de
vorige vergadering nog al uitdrukkelijk aan de orde hebben gehad. Die
zaak is in zo'n versnelling gekomen en we vonden dat we daar in mee
moesten en dan dacht ik dat het redelijk was dat diegene die daar ook
in mee opgenomen worden, in casu dus de stichting, dat die haar be
scheiden kosten kan inbrengen en dat wij die overnemen. Wij komen na
tuurlijk voor meer overnamen te staan. De woningstichting heeft ook een
besluit genomen om voor al haér woningen ook al vast een bijdrage ineens
toe te zeggen, omdat die er ook achter staat dat dit gebeurt. Die claimt
uiteraard ook dat er overleg plaatsvindt over de inbreng van de appara
tuur die zij daar heeft staan en nog lang niet afgeschreven uiteraard.
Dat moet allemaal zijn beslag krijgen. Om die parallel te hebben is het
wel logisch dat dit dus ook wordt vergoed. Ik geloof dat we daar geen
enkel bezwaar tegen moeten,maken, onr redenen dat de zaak veel eerder zo
komt te liggen dan we hadden gedacht.
Het lid VAN DER GRAAF zegt graag even te willen ingaan op hetgeen
door het lid Brouwers is gezegd. Dat ik geen argumenten heb gegeven
voor het feit dat ik mijn wantrouwen heb ten aanzien van het soort
systeem, wat hier aangelegd gaat worden. Natuurlijk, er zijn nog al wat
gegevens over tafel geweest, maar de raad en de commissie artikel 61
heeft geen besluit genomen omtrent dat systeem en burgemeester en wet
houders ook niet, want bij de ter inzage liggende stukken ontbrak een
offerte van de firma Vos en die heeft een globale schatting gegeven.
Dat betekent dat we inderdaad met een blinddoek voor een besluit nemen,
als we nu zouden besluiten om dat bedrag door burgemeester en wethouders
te laten besteden aan een bepaald systeem, want wij kennen dat systeem
nog niet, burgemeester en wethouders kennen dat systeem nog niet, alleen
de firma Vos kent dat systeem.
De VOORZITTER licht staande de vergadering deze kwestie nader toe,
waarna zonder hoofdelijke stemming dit voorstel wordt aangenomen.
27. Voorstel tot instelling commissie ex artikel 61 van de gemeentewet
onder de naam "Commissie beheer centrale antenne-inrichting".
Het lid VAN DER GRAAF dacht dat nu de tijd was gekomen het college
van burgemeester en wethouders enkele vragen te stellen. Er is een
gesprek geweest tussen het college van burgemeester en wethouders en
het stichtingsbestuur Asto. Blijkens krantenberichten zou er een bepaalde
overeenstemming bereikt zijn, zou het college, met andere woorden,
hebben toegezegd om een paar zaken die ik hier zal noemen, dat de plan
nen van de betreffende stichting zouden worden ingepast in die van