- 5 -
wordt de subsidieverzoeken aan te houden dan behoeft nu niet verder op
bedoelde aanvragen te worden ingegaan. Met de subsidieverlening aan de
E.H.B.O.afdeling Oudenbosch kan hij accoord gaan.
De VOORZITTER antwoordt geen bezwaar te hebben tegen het aanhou
den van onder 2, 3 en 4 in het preadvies genoemde subsidieverzoeken.
Verhoging van het gevraagde subsidie door de E.H.B.O.afdeling Ouden
bosch, zou hij willen toestaan.
Het lid N. VAN HOOF zegt van mening te zijn dat het te bepalen
subsidiebeleid enkel de plaatselijke verenigingen betrof en niet gold
voor verenigingen of instellingen van buiten de plaats. Hij vraagt zich
af wat er met de subsidieverlening aan verenigingen, die jaarlijks in
de begroting voorkomen, gaat gebeuren.
De VOORZITTER antwoordt dat ook de mening van burgemeester en wethou
ders was het te bepalen subsidiebeleid enkel te richten op de plaatse
lijke verenigingen. Burgemeester en wethouders hebben al in meerdere
gevallen gezegd dat de gemeente geen landelijke verenigingen dient te
steunen. Hiervoor moet van rijkswege een goed subsidiebeleid gevoerd
worden. Aan de Katholieke Nationale Bond voor E.H.B.O., afdeling Ou
denbosch, zou hij toch de voorgestelde subsidie willen toekennen en de
verzoeken van de overige instellingen tot een volgende vergadering aan
houden
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
8. Voorstel tot verkoop van grond/5e wijziging gemeentebegroting 1975 en
2e wijziging begroting 1975 van het Grondbedrijf.
Het lid PLEVIER zegt moeite te hebben met het voorstel tot wijziging
van het besluit tot verkoop van grond aan de Stichting Woningbouw St.
Bernardus betreffende de bouw van garages in het bestemmingsplan Het
Spui. Tijdens een vergadering van de commissie voor openbare werken,
waarin deze aangelegenheid aan de orde is gesteld, werd gesproken van
een inconsequentie in deze. De te verkopen kavels zijn groter dan was
gepland en de gemeente krijgt hiervoor niet meer dan de kavelprijs.
De VOORZITTER antwoordt dat, wanneer men terug gaat naar hetgeen
er op bedoelde kavels gebouwd kan worden, men moet uitkomen op een be
drag van 50.000,Door de voorgestelde wijziging van het besluit
van 20-6-74 komt de gemeente hieraan niets te kort.
Het lid PLEVIER vindt dat deze handelswijze principieel niet klopt,
vanwege het feit dat er een inconsequentie in zit.
De VOORZITTER antwoordt dat burgemeester en wethouders de voorge
stelde wijziging een elegante mogelijkheid tot oplossing vonden. Genoemd
college heeft gesteld dat, wanneer de te verkopen kavels/ 50.000,
opbrengen, hetgeen hiervoor geraamd mocht worden, de gemeente dan hier
aan niets te kort kwam.
Het lid N. VAN IIOOF kan zich aansluiten bij de opmerking van het
lid Plevier. Ook hij heeft in eerste instantie gezegd dat hier in
consequent werd gehandeld. Dit heeft hij ook gesteld in de vergadering
van de commissie voor openbare werken. Nu de gemeente eens een meeval
lertje heeft dan gaat dit op deze manier weer te niet. Alles nog eens
overwegende en mede gelet op het feit dat er een kostenbesparing in zit
van 5.000,kan hij zich toch met dit voorstel verenigen.