- 10 -
len van een plaats, waar de antennemast kon worden neergezet. Ook dit
verzoek is niet gehonoreerd. Hij heeft zich wel laten vertellen dat, in dit
stadium burgemeester en wethouders een plaats in het hoofd hebben voor
een antennemast, maar hij vraagt zich intussen wel af wanneer komt er
dan iets los, wanneer krijgt dan de stichting ASTO de gelegenheid die
mast te plaatsen. Zou het niet verstandiger zijn om een gesprek te heb
ben met deze stichting in verband met het samenbrengen van die centrale
antenne-installatie van, en dan denkt hij hier in hoofdzaak o.an de mast,
van de stichting ASTO en de verdere plannen, want hij ziet anders straks
al twee masten staan in Oudenbosch. Formeel kan die plaats, die toeken
ning van de grond, geweigerd worden. Maar materieel lijkt hem dat niet
juist, gezien de verstandhouding, waarin de onderhandelingen met de stich
ting ASTO zijn gevoerd. Op een gegeven moment zou, wanneer zou blijken
dat een andere mast nodig zou zijn voor de complete centrale antenne
inrichting voor heel Oudenbosch, er, en hij heeft zich laten vertellen
dat die mast 13.000,-- kost, deze 13.000,— niks staan te doen, want
die heeft men dan niet meer nodig. Hij zit vol met raadsels. Hij vraagt
hoe dit allemaal is gelopen en informeert of de voorzitter vindt dat
deze gang van zaken juist is. Hij merkt op dat zijn standpunt ten aan
zien van de vraag in gemeentehanden of in handen van een particuliere
maatschappij door hem duidelijk beantwoord is in de nota, die hij aan de
raad heeft toegestuurd. Een nota, die ook is opgenomen, althans ten dele,
in de plaatselijke kranten. Hij neemt aan dat de meeste mensen, die
hier belang in stellen, dat stuk gelezen hebben. Hij neemt voorts aan dat
hij zich van zijn plicht ontheven kan voelen om nogmaals uiteen te zetten,
waarom hij nu zo graag de zaak in gemeentehanden wil hebben.
Het lid PLEVIER zegt dat de principe-kwestie, als zou de exploita
tie van een centrale antenne-inrichting in gemeentehanden dan wel in
handen van een particuliere maatschappij komen, zijn fractieleden niet
zo aanspreekt. Hij is van mening dat het op beide manieren goed kan gaan.
Zijn fractie ziet daar in geen principiële zaak. Hij dacht dat het in
het belang van alle gebruikers van de centrale antenne-inrichting was,
dat ten overstaan van zo min mogelijk kosten een optimaal technisch re
sultaat wordt bereikt. Om een zinnig woord te zeggen over het feit of
dat nu beter kan gebeuren wanneer de gemeente de exploitatie op zich
neemt of wanneer de exploitatie in handen komt van een particuliere maat
schappij, daarvoor ontbreken hem de gegevens. Zijn fractie staat open
voor beide benaderingen, hoewel hij wel moet zeggen dat zijn fractie
de argumenten van het lid Rennings bijzonder sterk en positief heeft
ervaren. Voorbij gaande aan het feit wat de optimale oplossing is voelt
zijn fractie zich sterk geneigd om voor exploitatie door de gemeente
te kiezen.
Het lid BROUWERS zegt dat uit de vele ter inzage gelegde documenta
tie de belangrijkheid van dit punt wel is af te leiden. Het wordt een
belangrijker zaak wanneer men zich gaat afvragen: wie gaat dit nu be-
heersen; of: wie beheerst de sleutel in dit medium. Want dat is in feite
de antenne. Bij de ter inzage liggende stukken is erg vaak gesproken dat
zo een centrale antenne-inrichting eigenlijk ook de start is voor het
doorgeven van beelden; van informatie. Dit impliceert dat deze ook selec
tief doorgegeven kunnen worden. Dit betekent dat daarmee de mensen op
dat moment niet alleen van een betere service worden voorzien, maar dat