- 8 -
te verwachten dat er zich nieuwe ontwikkelingen zullen voordoen. Niet
alleen ten aanzien van de ontwikkeling van het centrale antenne-systeem,
maar ook ten aanzien van wat men noemt "1' Education permenente", de
permenente ontwikkeling van de mens. In Oudenbosch heeft men een groot
aantal onderwijsvoorzieningen en hij verwijst in de eerste plaats naar
de Pedagogische Akademie. Het zou hem niet verbazen dat in de komende
jaren met behulp van deze onderwijsinstellingen door middel van regio
nale of locale centrale antenne-inrichtingen onderwijsvoorzieningen bij
de mens gebracht kunnen worden. Een ander aspect is dat men ten aanzien
van de bestuurlijke structuur in Nederland aan het begin staat van een
nieuwe ontwikkeling. Op het ogenblik bestaat de gewestvorming en in onze
streek heeft men een gewestraad. Het zou hem niet verbazen dat ook in de
komende 15 jaren hier naar meer intensievere regionale samenwerking ge
streefd zal worden. Hij meent te weten dat bij de meerderheid van de Ne
derlandse gemeenten de besluitvorming aanwezig is om de centrale antenne-
inrichting in eigen handen te houden. Dit betekent dat, wanneer in de
toekomst naar meer regionale samenwerking zal worden gestreefd, men wel
licht met de centrale antenne-inrichting in onderhandelingspositie kan
komen met buurgemeenten. Samenvattend zou hij willen stellen dat, gelet
op de argumenten, die pleiten voor een concessieverlening aan een parti
culiere onderneming, welke ten dele door zijn fractiegenoten zijn weer
legd, het gedeelte, dat overblijft niet opweegt tegen enerzijds de prin
cipiële stelling dat openbare nutsvoorzieningen in principe bij de over
heid dienen te berusten maar anderzijds de ontwikkelingen, die men gedu
rende de komende 15 jaren kan verwachten met kracht pleiten voor het bij
de gemeente houden van de centrale antenne-inrichting. Hij stelt, mede
namens zijn fractie, voor de centrale antenne-inrichting binnen de ge
meente, namens de gemeente te organiseren, een desbetreffende verordening
in overleg met de raad voor te bereiden, waarin dan bepalingen dienen te
worden opgenomen, die niet in strijd zijn met artikel 10 van het Verdrag
van Rome.
Het lid VAN DER GRAAF zegt niet al te lang te willen stil staan bij
de overwegingen, die het college van burgemeester en wethouders heeft mee
gegeven bij deze discussie. Door het lid Rennings is er in feite voldoende
over gezegd. Hij wil in dit opzicht volstaand met te zeggen dat hij het
zwakke overwegingen vindt, Overwegingen, die dus zelfs, al zou er een
schijn van waarheid in zitten, en ook dat is weerlegd door het lid Ren
nings, althans voor het grootste gedeelte, dan nog zijn de punten, die
genoemd zijn, zo zwak ten opzichte van de principiële stellingname, dat
het hem in het geheel niet aanspreekt. Daarom wil hij graag even terug
komen op hetgeen op de laatste bladzijde van de overwegingen wordt ge
zegd, namelijk: "Het is wellicht als een gemiste kans te beschouwen dat
de zaak der C.A.I. niet op grotere schaal (gewestelijk, provinciaal of
zelfs landelijk) is aangepakt. Dat was de goede weg geweest." Hij zegt
dit met burgemeester en wethouders mee, met dien verstande dat het een
zeer complexe materie is, die kennelijk door de rijksoverheid niet op
een zo korte termijn is kunnen worden ingegoten in wettelijke maatrege
len, Omdat de ontwikkeling al zo ver was voortgeschreden en aan het voort
schrijden is, getuige onze plannen hier in onze gemeente, heeft, naar
zijn overtuiging, de rijksoverheid de juiste weg bewandeld door groen
licht te geven voor de lagere overheden. Dat groene licht, dat is gegeven.
