- 7 -
tooid.
15. Voorstel tot 21e wijziging van de gemeentebegroting 1975 in verband
met goedkeuring van de per 19 december 1974 gevoteerde credieten.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
14. Overwegingen met betrekking tot aanleg en exploitatie van een Cen
trale Antenne Inrichting.
Het lid RENNINGS merkt op dat er de afgelopen jaren een aantal ge
meenschappelijke antenne-inrichtingen zijn gesticht, met name in Velle-
tri. Bij een groot aantal burgers heeft het gevoelen dat dit als een
openbare voorziening mag gelden. Nu we staan voor het in gebruik nemen
van de eerste woning in plan "Het Spui" behoeft het geen nader betoog
dat er een centrale antenne-inrichting moet komen. Reeds bij de alge
mene beschouwingen van de begroting heeft zijn fractie gevraagd of er
gelden voor een centrale antenne-inrichting beschikbaar gesteld konden
worden. Ten aanzien van de keuze of het een gemeentelijke antenne-in
richting, dan wel een antenne-inrichting, waarvan het recht aan een con
cessionaris zal worden gegeven wilde hij even stil staan. Burgemeester
en wethouders zeggen dat er practische bezwaren tegen gemeentelijke ei
gendom en exploitatie zijn aan te voeren. Als eerste punt wordt genoemd
dat de gemeente er een belasting bij krijgt, en de burgers dit als een
lastenbezwaring zullen beschouwen, de betrokken secretarieafdeling
wordt zwaarder belast, dus duurder. Naar de mening van zijn fractie is
dit duurder worden een last, die ten laste van de exploitatie van de
centrale antenne-inrichting zal komen. Ook een concessionaris heeft voor
het innen van zijn vorderingen kosten te maken. Dit duurder worden is
dus maar erg betrekkelijk. Als tweede punt wordt aangevoerd: de gemeente
moet, omdat zij niet zelf de nodige deskundigheid en mankracht heeft, de
aanleg der inrichting aanbesteden en het onderhoud uitbesteden. Op zich
zelf is dit juist, maar dit speelt naar de overtuiging van zijn fractie
genoten in beide gevallen. Ten aanzien van het "verkopen" is het inder
daad zo dat de concessionaris een belangrijk deel der activiteiten uit
handen van burgemeester en wethouders neemt. Maar bij de voorliggende
concept-overeenkomst van Ogem heeft het college van burgemeester en
wethouders zich verplicht tot een actieve medewerking, om de burgers tot
deelname aan de centrale antenne-inrichting te brengen. Deze verplich
ting betekent dat ook de gemeente een zekere verkoopactiviteit zal moe
ten verrichten. Burgemeester en wethouders merken in het preadvies voorts
op: "Niet de gemeente, maar het betrokken bedrijf moet zich rechtstreeks
naar de publieke opinie verantwoorden voor zijn beheer." Hij vraagt zich
af, en met hem zijn fractieleden, hoe burgemeester en wethouders dit ver
antwoorden van een monopolist gedurende vijftien jaren ten opzichte van
een groot aantal verscheide burgers zien. Op zichzelf blijven een deel
van deze argumenten nog over ednd staan. Hij gaat nu over tot het aanvoe
ren van argumenten, die naar de mening van zijn fractie, pleiten voor
het bij de gemeente houden van een centrale antenne-inrichting. Dit zijn,
afgezien van de principiële stelling dat een openbare nutsvoorziening
in handen van de gemeente moet zijn, enkele andere. Het alternatief is
een concessie te doen gedurende 15 jaren. Gedurende deze 15 jaren is het