- 31 - de hogere overheid dat bedrag aan de gemeenten werd uitgekeerd. Op de zelfde wijze als nu bij het kleuteronderwijs gebeurd. Het college van bur gemeester en wethouders is op deze wijze aan het bedrag van 321ge komen. Het college heeft zijn teleurstelling, net als de raad, duidelijk ten aanzien van de schoolbesturen uitgesproken. De schoolbesturen hebben gezegd dat de begrotingen gemaakt zijn aan de hand van de reële kosten, waarbij rekening is gehouden met de kosten over het jaar 1974 en 1975. Men heeft elkaar toch kunnen vinden bij die 321, De schoolbesluren hebben zich met dit bedrag akkoord verklaard. De heer N. van Hoof heeft gevraagd of men geen inzage in de rekeningen kan krijgen. Dat kan, want in de Da ger-onderwijswet 1920 is onder het hoofdstuk:"Boekhoudvoorschriften" meent hij vastgelegd dat de gemeente deze bescheiden kan opvragen. Hij dacht dat dit in het verleden, maar hij durft dit niet met zekerheid te zeggen, al eens een paar keer gebeurd was. Steekproefgewijs; het ene jaar van die school, het andere jaar van weer een andere school.Hij wil best toezeggen om dat nu voor het jaar 1975 weer te doen en die steekproef bij wijze van spreken uit te breiden tot alle scholen, teneinde inzage te krijgen in de kosten. Het lid VAN DER GRAAF merkt, ten aanzien van het voorstel van de heer N. van Hoof, om het bedrag dan toch te brengen op de 339,die men verlangt, op, dat dit eigenlijk een honorering zou zijn voor het feit dat men de raad zo heeft laten zitten met de begrotingen. Hoewel hij het onderwijs een bijzonder goed hart toedraagt en met de heer N. van Hoof vindt dat men moet betalen wat nodig is, zou spreker in dit geval en op deze schamele gegevens, dit bepaald niet wensen. De VOORZITTER zegt het met de heer van der Graaf eens te zijn. Dat is ook eigenlijk een argument dat de schoolbesturen aanvoerden, dat als de schoolbesturen inderdaad van de raad mogen verwachten, wanneer zij een uitvoerige begroting overleggen, waaraan nogal wat tijd besteed moet wor den, het gevraagde bedrag te krijgen. De begrotingen moeten dan overigens reëel zijn en controleerbaar. Wanneer de raad daartoe bereid zou zijn, dan wil hij dit best aan de schoolbesturen overbrengen voor het volgend jaar. Het lid N. VAN HOOF zegt nog niet helemaal tevreden te zijn met dit antwoord. Het feit dat de begrotingen summier zijn, daarover kan men klach ten hebben. Daarbij wil hij zich niet uitspreken over het feit of deze begrotingen juist zijn. Dat is een andere zaak. Dat kan hij vanaf deze plaats niet beoordelen. Hij had verwacht dat men van de kant van burge meester en wethouders daarover zekerheid had proberen te krijgen. Een schoolbestuur, dat het dan wel uitvoerig doet, - dit geldt voor de scho len Klimop en St. Franciscus, die aan een bedrag van 333,komen - zou op dit moment 12,tekort komen. De heer van der Graaf heeft juist gezegd dit nou juist niet te honoreren, vanwege het feit dat de begro tingen summier zijn. De scholen, die dan toch vrij uitvoerig geweest zijn met hun begroting, komen er dan toch nog 12,op tekort. Dan doet men op dit moment toch geen recht aan hetgeen er de vorige keer gesteld is, namelijk dat als de begrotingen reëel zijn, de raad bereid moet zijn de scholen het benodigde bedrag te geven. Er wordt nu gezegd dat men elkaar gevonden heeft bij een bedrag van 321 Dit is dan nog steeds het zelfde systeem, zoals dit in het verleden geweest is toegepast. Daar wilde men nu juist vanaf. Hij is wat dat betreft op dit moment niet tevreden. Als een schoolbestuur meent aan te geven dat het dat bedrag is, wat be nodigd is en de raad geeft een lager bedrag, dan doet men de scholen tekort.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 309