- 28 -
neemt het op dat punt van de gemeente over. De gemeente moet het riool
water tot op dat punt brengen en het waterschap neemt dit op dit punt van
de gemeente over. Of dit rioolwater nu naar de persleiding Waarde gaat is
nog in discussie.
Het lid RUBBENS vraagt of het plan Spui en al de nieuwe wijken aan
gesloten worden op de zuiveringsinstallatie. Deze zuiveringsinstallatie
is al 10 of 15 jaren te klein.
De VOORZITTER antwoordt dat het hele rioolstelsel al op dat punt is
aangesloten.
Het lid RUBBENS zegt dit al eens gemerkt te hebben. Het Spui en de
haven worden eigenlijk gezuiverd, maar nu wordt het vuile water in het
waterschap gespuid. Vroeger was dit een afstand van 1 km en dan werd er
in de Mark geloosd. Nu met de nieuwe watermachine moet het water een af
stand afleggen van 3 km. Vroeger waren het de agrariërs, die het opper
vlaktewater vervuilden, maar nu zit men met de gehele affaire van vuil-
water lozen. Daar komt nog bij dat het hier twee waterschappen betreft.
De zuidzijde van de Mark valt onder het waterschap Heerjansland en loost
in een ander waterschap. Hij is van mening dat burgemeester en wethouders
het waterschap West-Brabant hierop wel attent moeten maken. De uitvoering
van de hinderwet berust bij de gemeente en het is best mogelijk dat het Water
schap West-Brabant een hinderwetsvergunning moet hebben om het water ter
plaatse te lozen.
De VOORZITTER antwoordt dat deze opmerking in ieder geval is genotu
leerd en dat het college van burgemeester en wethouders deze kwestie in
de besprekingen zal betrekken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
6. Voorstel tot vaststelling van een bedrag per leerling ingevolge arti
kel 101 van de Lageronderwijswet 1920 over 1976/2e wijziging gemeente
begroting 1976.
Het lid VAN DER GRAAF zegt niet tegen dit voorstel te zijn. Hij moet
echter wel zeggen dat het hem ernstig teleurgesteld heeft dat aan het ver
zoek, dat door de raad gedaan is, om begrotingen te over leggen, op een
dergelijke wijze als nu gebeurd is, gevolg wordt gegeven. De begrotingen,
die er liggen, kan men nauwelijks de naam begroting geven. Dit zijn uit
splitsingen van het bedrag van 339,om bijvoorbeeld eens te praten
over De Klinlcert en Bukehof, hoewel dat bij de andere scholen ongeveer ge
lijk is. Het is een uitsplitsing van bedragen in even oncontroleerbare
bedragen als het bedrag, waaruit ze zijn samengesteld. Hij moet derhalve
uitspreken dat hij dit een situatie vindt, die geen recht doet aan het
verzoek, door de raad gedaan, om aan de hand van begrotingen te kunnen
constateren wat een aanvaardbaar bedrag zou zijn. Hij is bang dat men
nu weer met de natte vinger in de lucht in de mist tast, afgezien van de
adviezen van de inspecteur. Maar als men gewoon waar wil maken waarover
hier gesproken is, dat men niet zonder meer de inspecteur wil volgen, maar
aan de hand van begrotingen zelf een oordeel wil hebben, dan moet hij zeg
gen dat dit middel toch wel ontoereikend is.
Het lid N. VAN HOOF kan het, wat dat betreft, helemaal met de heer
van der Graaf eens zijn. Hij heeft indertijd, toen er gesproken is over
verhoging van het bedrag per leerling, duidelijk gevraagd het schoolbestuur
dit waar te laten maken aan de hand van begrotingen, Hij is het met de