- 15 - hebben wij duidelijk gerelateerd aan de verhoogde kosten ten gevolge van het "Openbaar Lichaam Vuilverwerking". Dat is ook juist, want het is een milieu-hygienisch probleem, maar zeker ook een financieel probleem. Het eerste probleem kun je min of meer reguleren door het financiële aspect. Maar veëLmeer is dit een probleem van houding. Waarom gooit men zijn huisvuil niet uit het raam de straat op? Die straat is een deel van het bezit, waar men dagelijks zelf de last van zou ondervinden. Je zou dus geneigd zijn om te zeggen dat het gewoon een praktisch probleem is. Als iedereen het milieu als zodanig beschouwd zou men er ook anders mee om springen, inclusief de overheid. Daarom is het misschien beter om deze oplossing in het licht van praktisch haalbare oplossingen te zien. Cen traal staat: je moet van je huisvuil af komen. De kosten moet je met zijn allen betalen. Wil je iedereen naar gebruik de kosten laten betalen, dan is het leed niet te overzien. Immers de plastic zak zou vele malen duur der worden. Daarnaast moet je stellen dat "vuil wegwerken" ook de buur man aanbelangt. De man die in het vrije milieu aan de weet-ik-veel-weg woont, heeft er belang bij dat hij zijn boodschappen kan doen in een schoon dorp, ook al kan hij in zijn situatie tot een uiterst natuurlijke afvoer van afval zorgen. Welnu, bekosting van deze kosten uit één alge mene belasting en niet uit een retributie. Je moet hier niet meer spre ken van een bijzonder werk. Het karakter van de onroerend-goedbelastingen is te zien als heffing met een zuiver fiscaal doel. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente, ter vervulling van haar algemene taak. Het milieu, waarom hebben we besloten tot vuilverbranden, is zo een algemeen doel. Wij houden ons aan het voorstel van .de commissie. Met andere woorden: instemmen met de door u voorgestelde verhoging om te voorzien in dekkingsmiddelen in verband met de verhoogde kosten ten ge volge van de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast het tarief nogmaals te verhogen met 0,50 om de financiële consequenties van gratis ophalen van huisvuil op te vangen. Voor de burger wordt deze maatregel niet duurder. Ik zal u dat met een voorbeeld duidelijk maken: Een bewoner van een huur huis ter waarde van 60.000,krijgt een onroerend-goedbelasting van 60.000 3.000 =20 x 4,50 90,is ons voorstel. In uw voorstel: 60.000 3.000 =20 x 4,80,Dit is een verschil van 10, Bij een gemiddeld gebruik van één huisvuilzak en dan zit ik dus aan de zeer lage kant, moet 22,50 in mindering worden gebracht. In feite be tekent dat dat deze huurders 12,50 goedkoper uit zullen zijn bij ons systeem. Wij weten dat deze manier van belasten voor anderen mogelijk een verzwaring kan geven, maar waar ligt een volledig uitgebalanceerde op lossing? Voor de opbrengst van containers moet dan een redelijke vergoeding van de gebruiker komen, gebaseerd op de investeringskosten van containers. Dat kunnen zij redelijker wijs doen, want de container-gebruiker heeft ook financiële voordelen in het kader van arbeidsbesparing voor zichzelf. De studie omtrent een uniforme methode binnen het werkingsgebied van de gemeenschappelijke regeling zou wel eens eerder in ons voorstel, dan in een andere oplossing kunnen liggen. Los van dit alles zijn wij met een redelijk te betalen belasting voor de burger, uit een groot probleem en volgens ons ook uit een milieu-probleem. Subsidiebeleid. Het is voor de tweede maal dat wij op indringende manier uw antwoord vragen op deze materie. Wij zijn blij met uw instemming om te komen tot een commissie ad hoc die het subsidievraagstuk gaat"oplossen"Wij hebben een jaar de tijd gehad en zijn slechts tot minder definitieve oplossingen gekomen. U zegt terecht

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 274