- 17 - dit probleem terug inzake de activiteiten op het terrein van de subsidie. Hij had toen beter kunnen zeggen daarop terug te komen wanneer blijkt dat er nog niets gebeurd is. Hij ligt er maar een aantal belangrijke zaken uit, althans in zijn ogen. Men hoeft nog niet eens alle posten na te lopen, hls men echter ziet dat bijvoorbeeld door het aantal schoolverlaters, dat geen werk kan krijgen, de post verhoogd wordt van 40.500,tot 70.500, dan vindt hij dat een forse verhoging. Wanneer men kijkt dat op post 520 het bedrag van 525.000',naar 925.000,moet, dan is duidelijk, dat hij bij de behandeling van de begroting niet te veel gezegd heeft dat dit probleem toch sterk de aandacht vroeg, namelijk wat gaat men doen met die stijging van het aantal werklozen. Het is duidelijk dat in alle andere posten, die problematiek, de terugloop van de economie en alles wat daar het gevolg van is, om het zo maar eens te zeggen, de pan uitspringt. Het gaat hem hier niet oin de financiële consequenties. Dat moet men goed begrijpen. Het gaat hem om de sociale gevolgen van die problematiek. Hij hoeft hierbij nog niet eens op te sommen de aantallen werklozen, die hij het vorig jaar bij de begrotingsbehandeling genoemd heeft. Hij haalt er echter toch maar een aantal uit. Het aantal was toen al 144. Het aantal schoolverlaters, dat nu niet aan werk kan komen bedraagt netto 19. Hij zegt netto, want alle andere, die meer dan 5.600,op hun spaarbank boekje hebben, komen zo wie zo niet in aanmerking voor de R.W.W. Een groot gedeelte van die jongeren krijgt van de ouders geen toestemming om zich te melden in die zin dat men zegt niet te willen dat deze jongeren van soci ale voorzieningen plukken. Men voelt wel dat dit aantal van 19 een ge flatteerd getal is. Er zijn er aanmerkelijk meer. Een aantal van 68 mensen die op dit moment uitgetrokken zijn van de W.W.de maximale termijn W.W. dus overschreden hebben. Hij kan zo nog een aantal getallen opnoemen, die hij vandaag op het gewestelijk arbeidsbureau en op de afdeling sociale zaken gezien heeft. Concluderend zou hij willen vragen of de situatie zodanig is dat er meer dan gewone opvang, herscholing, zinvolle studie begeleiding, beroepenoriëntatie en dergelijke nodig zijn. Op de tweede plaats: welke activiteiten denkt de afdeling sociale zaken, in casu de wethouder, te ontplooien om de opvang van die problematiek te garanderen? Welke instantie denkt de wethouder in onze gemeente daarvoor te kunnen inschakelen en welke financiële mogelijkheden zijn aan te boren om acti viteiten te verwezenlijken? Hij wil niet zeggen dat daar nu meteen een ant woord op moet worden gegeven. Hij wil er aandacht voor dat dit op zeer korte termijn, minstens dus in studie wordt genomen, in ieder geval dat er gewerkt wordt nog deze maand. Misschien heeft de wethouders daar wel een bepaalde mening over, maar hij wil hem er niet op vastspinnen dat hij daarop nu niet in concreto zou kunnen ingaan. Hij vond het wel nodig om dat naar aanleiding van deze enorme aanpassing toch te moeten opmerken. Het lid N. VAN HOOF merkt op dat zijn collega, de heer Brouwers, meer de sociale kant van deze zaak heeft bekeken. Hij zou eigenlijk meer een beetje op de achtergronden in willen gaan, waardoor deze situatie ont staan kan zijn. De stijging van de post sociale zorg, zoals men die thans voor zich ziet, wordt veroorzaakt door de toename van het aantal uitkerin gen ingevolge de Algemene Bijstandswet, W.W.V., R.W.W. en W.S.W. De toe name van het aantal uitkeringen is duidelijk in relatie met de slechte economische situatie van dit moment. Het is duidelijk dat wij als gemeen te weinig kunnen doen om in deze situatie veranderingen aan te brengen. Dit is een taak van de centrale overheid, naar zijn mening. Bekend is dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 253