- 13 -
besluit te maken heeft, in de fout kunnen gaan als er formeel op scholen
regels zijn, die tegen de wet indruisen. Hij kan zich dit echter nauwe
lijks voorstellen. Hij blijft toch wel vasthouden aan zijn voorstel om
een algemeen besluit te nemen.
De VOORZITTER antwoordt dat burgemeester en wethouders tegen het al
gemeen maken van de verordening geen enkel bezwaar hebben, want het is
gewoon de intentie om het zo te doen. Wanneer de raad zou kunnen beslui
ten om deze verordening vast te stellen, dan zullen burgemeester en wet
houders rekening houden met de opmerkingen, die gemaakt zijn, met de be
doeling, die de raad dus heeft, om een algemene verordening in het leven
te roepen. Daarna, in de volgende raadsvergadering, zal dan een wijzi
gingsvoorstel worden aangeboden.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dan te willen te hebben tegengestemd,
omdat hij het niet kan verantwoorden om bij voorbaat in te stemmen met
een verordening, die onjuist is en gewijzigd moet worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder
aantekening dat het lid VAN DER GRAAF tegen dit voorstel is.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde:
16. Voorstel tot het garanderen van een geldlening ten behoeve van de
Stichting Katholieke Openbare Leeszaal en Bibliotheek Oudenbosch.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
17. Voorstel tot aankoop van het pand West-Vaardeke 6/l04e wijziging ge
meentebegroting 1975.
Het lid N. VAN HOOF merkt op dat de aankoop van bedoeld pand voor
een bedrag van 17.500,hem op het eerste gezicht, om alleen dit pand
aan te kopen, een vrij dure aangelegenheid lijkt. Wanneer eventueel op
dit moment gezegd kan worden dat men in dit gebied nog meer plannen heeft
om te komen tot een eventuele aankoop van het pand, dat naast het nu aan
te kopen pand is gelegen om daarmee samenhangend eventuele mogelijkheden
te bezien om de verkeerssituatie ter plaatse te doen veranderen, dan zou
zijn fractie met de aankoop van het desbetreffende pand akkoord kunnen
gaan. Niet nadat burgemeester en wethouders zeggen dat daar concrete plan
nen voor zijn. De aankoop van dit pand alleen voor deze prijs ziet zijn
fractie op dit moment niet als een dringende noodzaak.
Het lid VAN DER GRAAF informeert om hoeveel m2 grond het hier gaat.
De VOORZITTER antwoordt dat de aan te kopen oppervlakte grond 65 m2
bedraagt.
Het lid VAN DER GRAAF zegt het in deze met de heer N. van Hoof eens
te zijn. Deze aankoop, zonder bepaalde bestemming, vergt een bijzonder
hoge prijs.
De VOORZITTER merkt naar aanleiding van het gestelde door de heer
N. van Hoof op dat burgemeester en wethouders inderdaad plannen hebben
om ter plaatse meer aankopen te doen. De heer Maas heeft bedoelde woning
zelf te koop aangeboden. Burgemeester en wethouders hadden ook het plan
naastliggend pand aan te kopen. Die intentie is er. Hij moet eerlijk zeg
gen dat burgemeester en wethouders op dit moment niet de intentie hadden