- 11 - lijke verordening, waarin deze artikelen ook zo zijn opgenomen. Deze ver ordening is door gedeputeerde staten al geruime tijd geleden goedgekeurd. Daarom bevreemdt het hem dat dit dan in strijd zou zijn met hetgeen de heer van der Graaf noemt. De SECRETARIS licht toe dat voorliggend besluit niet goedgekeurd behoeft te worden. Wel de gelden op de begroting moeten worden goedge keurd Het lid VAK DER GRAAF informeert of burgemeester en wethouders in hun gedachte hierover mee betrokken hebben het feit dat er in Tilburg openbare scholen zijn. De VOORZITTER antwoordt dat er in Tilburg openbare scholen zijn. Hij kan op deze kwestie momenteel geen sluitend antwoord geven. Hij heeft er helemaal geen probleem mee om deze zaak nog eens tot op de bodem uit te zoeken en deze materie de volgende vergadering wederom aan de orde te stellen. Het lid N. VAN HOOF is van mening dat hetgeen door de heren Plevier en van der Graaf gesteld werd zuiver een formele aangelegenheid is. Op het moment dat zich van andere zijden verzoeken voordoen om een tegemoet koming kan de raad eventueel de verordening wijzigen. De VOORZITTER zegt dit helemaal met de heer N. van Hoof eens te zijn. De heer van der Graaf stelt echter de principiële kwestie in artikel 3, waarbij hij zegt dat dit een bepaling is, die in strijd is met datgene wat in de wet is vastgelegd. Als er in deze gemeente een openbare school was, was dit geen probleem. Bedoelde school is er niet en in deze veror dening is opgenomen dat godsdienstonderwijs plaatsvindt binnen de school tijden en dit zou dus een reden kunnen zijn om kinderen op die school te weigeren. Dat is dus de bedoeling. Deze kinderen hebben dan geen andere mogelijkheid van onderwijs. De heer van der Graaf zegt dat dit in strijd is met de wet. Het lid VAN DER GRAAF merkt op dat, wanneer men op dit moment het door hem genoemde artikel van de Lageronderwijswet 1920 leest, men het met hem eens moet zijn. Dit artikel is voor geen andere uitleg vatbaar. De VOORZITTER zegt dat burgemeester en wethouders deze kwestie best willen onderzoeken om dan de volgende vergadering met het voorstel terug te komen. Het lid VAN ELZAKKER merkt op dat, voor wat de verordening betreft, burgemeester en wethouders zich hebben laten leiden door de gemeente Til burg. Hij is van mening dat gedeputeerde staten bij hun beslissing tot al of niet goedkeuring zullen kijken of de opgenomen voorwaarden al; of niet gelijkgerechtigd zijn voor alle bewoners. Hij ziet niet in dat deze verordening in strijd met de wet zou zijn. Deze zaak komt nu hier aan de orde. Dat de heren hierover een opmerking maken is zeer juist en dat zij pleiten dat alle inwoners van Oudenbosch gelijk behandeld worden kan hij waarderen. ¥at nu niet aan de orde is, maar straks aan de orde komt met betrekking tot een bepaalde groep, moet dan bekeken worden. Hij dacht dat er al voldoende waarborgen aanwezig waren in voorliggende verordening, omdat deze ook spreekt niet alleen over katholieke scholen, maar ook over openbare scholen. Hij heeft geen enkel bezwaar de beslissing op dit voorstel nog even op te schorten. De VOORZITTER zegt dat de heer van der Graaf bedoelt dat een bijzon dere school leerlingen mag weigeren, maar geen leerlingen mag weigeren op grond van het feit dat zij geen godsdienstlessen volgen, wanneer er

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 247