- 6 -
af te wijzen. Dan iets wat er gezegd is over industrieterreinen groter
dan één hectare. Ik dacht dat dat juist een voorbeeld was, dat minister
de Gaay Fortman niet op zijn achterhoofd gevallen is. Wanneer elke ge
meente gaat streven naar industrievestiging en de gemeenten doen dat
ongehinderd dus volkomen autonoom dan is één van de problemen die ont
staan dat een gemeente, nadat zij eigenlijk geconcurreerd heeft met andere
ten aanzien van grondprijzen en dergelijke, op een gegeven moment zich
zelf de das om doet, omdat zij namelijk blijft zitten met industrieter
reinen. Op een gegeven moment moeten de gemeenten constateren, dat zij
om die industrieterreinen vol te krijgen alles in huis moeten halen. En
alles in huis halen is een van die zaken, waar ik heel ernstig bezwaar
tegen heb. Wanneer je op een gegeven moment financieel gedwongen als
kleine gemeente bereid bent om alles in huis te halen dan zitten wij op
de verkeerde weg. In dat opzicht ben ik het dus eens met de gedachtegang
van de minister de Gaay Fortman, dat industrievestiging een zaak is die
niet lokaal moet worden bezien afgezien van kleine industrieën en kleine
afmetingen van industrieterreinen. Het is van geen kanten aangetoond, ik
zou haast zeggen dat het tegendeel althans door de heer Brouwers is aan
gegeven, zodat hij het eigenlijk toch wel met mij eens is dat er een aan
tal zaken zijn en ik heb als voorbeeld genoemd de vuilverwerking waarin
het goed zou zijn, wanneer het dwingend was opgelegd. Ik ben van mening,
dat stelling twee die dwingende oplegging niet wenst. Dit wordt duide
lijk in stelling twee uitgesproken ook al staat er in beginsel bij. Ik
ben van mening dat het een juiste zaak is wanneer dat gebeurt. Wij kun
nen dus wel praten over wat willen wij onder die verplichte taakoverhe-
veling brengen. Dat is een andere zaak. Dat het in principe noodzakelijk
is bij een nieuwe indeling van de bestuurlijke taken, is voor mij een
duidelijke zaak. Intussen ga ik niet zover dat ik op grond hiervan - hoe
wel ik toch graag had gezien dat de raad het wat meer met mij eens zou
zijn - het preadvies zou willen afwijzen; al was het maar, omdat ik de
stellige overtuiging heb dat de minister de Gaay Fortman zich betrekke
lijk weinig van ons aantrekt. Ik ben wel eens verbaasd in dit gezelschap,
maar ik begin het af te leren om erg verbaasd te zijn. Wij hebben in het
informeel beraad duidelijk stelling genomen tegen de voorstellen van het
dagelijks bestuur van de gewestraad. Toen hebben wij ook duidelijk afge
sproken dat wij er begrip voor zouden hebben wanneer de heer de Veth als
lid van het dagelijks bestuur toch in afwijking van datgene, wat wij
hier besproken hadden, zou stemmen voor het voorstel van het dagelijks
bestuur. Maar dit gold niet voor anderen. Mijn verbazing was dus, dat
de heer van Elzakker eigenlijk tegen mijn amendement, wat volledig in
de lijn lag van datgene wat wij hier hadden afgesproken, stemde en dat
hij wel ijverig stemde voor het voorstel van het dagelijks bestuur en
hij nu weer achter dit voorstel staat. U zult het met mij eens zijn dat
dit voorstel ten aanzien van de territoriale indeling, de bekende drie
deling lijnrecht is tegen het voorstel van het dagelijks bestuur.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat u toch geen moeite hebt met het
voorstel. Ik dacht dat ik de secretaris altijd de gelegenheid mocht ge
ven om op die zaken toelichting te geven.Dan kunt u zeggen, dat is poli
tiek gekleurd, maar dat betwijfel ik. Ik dacht dat hij oprecht de mening
gegeven had zoals hij die meende te moeten geven inzake de bestuurlijke
kant van deze zaak. Wij hebben inderdaad een voorstel gebracht wat niet