- 5 - naast de mogelijkheid moet blijven bestaan dat voor bepaalde voorzieningen vanwege de regering verplichtingen opgelegd kunnen worden. Wanneer het toch duidelijk zulke gemeenschappelijke belangen zijn die voor een bepaald gebied of streek van levensbelang zijn, dan vind ik het ook eigenlijk on gehoord, dat binnen deze huidige maatschappij gemeenten kunnen zijn, die zeggen van wij doen niet mee. De SECRETARIS: In bestaande gevallen heeft het college van gedepu teerde staten en ook het rijk de bevoegdheid om dat op te leggen. Als je nu neemt de vuilverbranding. Dit is nu niet een prettig voorbeeld, omdat men bij de start niet met harde en juiste gegevens is gekomen. Op grond van niet juiste gegevens heeft men een besluit genomen en dat is niet goed te keuren. Maar als bijvoorbeeld de raad van Oudenbosch eruit wil stappen, dan moet dat besluit worden goedgekeurd door gedeputeerde staten en de andere gemeenten kunnen hier tegen bezwaren maken. Dit is wel een goede zaak, Daar zijn ook wetten dat men een verplichting kan op leggen, wat ook natuurlijk nodig is. Een gemeente staat niet als een eiland in Nederland, maar maakt deel uit van een provincie en die maakt weer deel uit van het rijk. Het is logisch dat er een verband bestaat. Er is wel degelijk een verplichting in sommige wetten opgenomen, dat het rijk die verplichting kan opleggen. Deze mogelijkheid is aanwezig en die moet natuurlijk aanwezig zijn. Het lid VAN ELZAKKER: Ik geloof dat wij het alsvolgt kunnen samen vatten. Wanneer u in het kader van de autonomie van de gemeente, dus af gestemd op het voorgaande wat bereikbaar is en wat niet bereikbaar is in de mening van gedeputeerde staten een voorstel in de raad wil brengen, dan zult u ongetwijfeld wel eens kontakt opnemen met gedeputeerde staten of het wel een haalbare kaart isDat vind ik een kwestie van een goed bestuur, want als je dan van te voren weet, dat je over iets gaat praten en een besluit gaat nemen en dat straks door gedeputeerde staten of door het rijk niet aangenomen wordt dan vind ik dat verloren tijd. Daarom ben ik er voor, dat wij duidelijke instructies krijgen met betrekking tot het lokaal bestuur. Ik vind en dat blijf ik zeggen dat onze autonomie en ons lokaal bestuur zo sterk mogelijk naar voren moet komen omdat wij dich ter bij de bevolking staan en omdat wij voor onze gemeente in het bij zonder het beste kunnen weten wat hiervoor het beste is. Het lid VAN DER GRAAF: Allereerst een onplezierig iets. Ik heb er bezwaar tegen wanneer de secretaris zich in de beraadslagingen mengt. De secretaris heeft in de raad geen taak, geen stem, zelfs geen adviseren de stem. Wanneer de secretaris op een gegeven moment en dat kan ik vol komen billijken bepaalde wetten toelicht, dan heb ik daar volkomen vrede mee. Het past de secretaris echter niet een visie naar voren te brengen, die je met enige zorg een politieke visie zou kunnen noemen. Punt twee is, dat hetgeen er gezegd is - ik neem dan maar aan dat wat de secreta ris gezegd heeft door het college van burgemeester en wethouders is ge zegd - toch niet zo veel hout snijdt. Op de eerste plaats ligt de toe zichthoudende functie van gedeputeerde staten voor de helft op toetsing van hogere wetgeving en voor de andere helft op financiële haalbaarheid. Wanneer de gemeente en dat is inderdaad autonomie - een bepaald plan wenst uit te voeren en gedeputeerde staten kunnen daar niets tegen in brengen, omdat aan beide voorwaarden is voldaan, dan kunnen gedeputeerde staten op het dak gaan zitten en hebben zij geen enkele mogelijkheid iets

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 233