gemeente oudenbosch Vergadering van de gemeenteraad op dinsdag 28 oktober 1975 des avonds om 7.00 uur. Aanwezig de leden: C.J.Th. Meijers, W.L.G. Brouwers, Chr. van Elzakker, A.M. van der Graaf, A.A.M. van Hoof, N.G. van Hoof, A.P.P.M. Kessel, W.J. Kok, A.J. Kop Jansen, P.B.J. Mol, J.M. Plevier, W.H.M. Rennings,A.W.J. Rubbens, C.P. de Veth. Voorzitter: S.A.I. du Pont, waarnemend. Secretaris: J.F. van Hoek, 1Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed. 2. Voorstel tot standpuntbepaling inzake concept-ontwerp van Wet reorgani satie binnenlands bestuur. Het lid VAM DER GRAAF: Meneer de voorzitter. Ik heb een kleine be merking ten aanzien van de negen stellingen en wel ten aanzien van stelling twee, waar uitgegaan wordt van de gedachtegang dat elke bestuurslaag een open opdracht zou moeten hebben. Ik moet u zeggen, daar heb ik ernstige twijfels over. Ik kijk dan graag naar wat er al te zien is op dit gebied. Dan kun je bijvoorbeeld kijken naar de Rijnmond, de Rijnmondraad, die een van de eerste was in dit soort lichamen, waar in dit geval een vierde be stuurslaag mee gekweekt werd. Je kunt ook kijken naar ons eigen streekge- west. Ik zeg dan, dat ik ernstige twijfels heb over de vraag: of dat men kan werken met een open bestuursopdracht. Of dat in principe gemeenten be reid zullen zijn om bepaalde opdrachten, bepaalde taken af te stoten naar de provincie. Evenzeer heb ik twijfels of het andersom zou gebeuren. Ik moet u zeggen: ik geloof daar niet in. Ik geloof dat er wel degelijk be paalde taken bindend naar één van de drie bestuurslagen zouden moeten gaan. Daarmede heb ik mij nog niet uitgesproken over de vraag: Welke taken dat moeten zijn en in welke omvang. Ik ben tegen stelling negen dus geen nega tieve lijsten. Ik ben van mening, dat dat dan in positieve zin vermeld zou moeten zijn in de wet. Maar niettemin kan ik mij dus niet verenigen met de kwestie, dat men dat maar zou moeten uitzoeken. Ik heb daar nog een argument voor. En dat argument is dat wanneer op een gegeven moment een bepaalde taak door - stellen wij de gemeente Oudenbosch - afgestoten zou worden naar de provincie en ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de vuil verwerking, dan is er eigenlijk op dat moment geen wijziging ontstaan be halve in degene, die de taak uitvoert, maar datgene, wat er bereikt moet worden, doeltreffender bestuur, is niet bereikt, want dan zouden alle ge meenten binnen die mini-provincie diezelfde taak moeten afstoten. Dat is één van die argumenten waarom ik er niet in geloof.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 229