- 28 - Het lid VAN ELZAKKER zegt dat expres in het midden is gelaten dat een concreet voorstel wat op dit punt in de toekomst van belang zou kun nen zijn, afgewacht zou worden. Men heeft zich gedistancieerd van wat er met de haven gaat gebeivren. Hij zou gaarne overwegen dat, gelet op de resultaten van de inspraakcommissie te wachten tot ook de burgers van Oudenbosch zich voor het behoud van de haven hebben uitgesproken. Uit stedebouwkundig oogpunt dient de haven in zijn huidige vorm behouden te blijven Het lid VAN DER GRAAF merkt, naar aanleiding van de door de heer Rennings overhand.igde motie op, geen enkele moeite te hebben om zich in deze zin uit te spreken, omdat hij vindt dat los van de inspraakproce dure de raad zich wel degelijk uit kan spreken voor het behoud van de haven in zijn huidige vorm. Het is namelijk zo, dat, ock al heeft men een inspraakprocedure, het nog niet wil zeggen dat men zich daarom moet ont houden van een mening. Als die mening van het merendeel van de raad zo is dan zou hij niet weten waarom men die mening niet zou uitspreken. Men zit dan nog in een comfortabele positie omdat men op dit moment toch wel weet dat ook de inspraakgroepen zich in merendeel daarvoor uitgesproken hebben. Ook al was dit niet zo dan zou hij er nog geen moeite mee hebben om ook binnen de inspraakprocedure, als zo een onderwerp aan de orde komt, zich daarvoor uit te spreken. Hij heeft iets meer moeite, met een antwoord van de voorzitter in verband met de datum, die hier genoemd staat. Hij kan zich voorstellen dat het vreselijk moeilijk is om een datum vast te leggen. In dat verband zou hij er naar willen streven om een globale benadering te kiezen in de buurt van zo spoedig mogelijk. Het lid PLEVIER heeft ook een opmerking over specifiek dat puntje. Bij hem leeft ook de gedachte dat dat uiterlijk niet haalbaar lijkt. Hij zou het woordje "uiterlijk" willen veranderen in "zo mogelijk voor". Dan is toch aangegeven dat men dat eigenlijk wel zou willen hebben, maar er is dan altijd nog een ontsnappingsclausule. Het lid KOK zegt alle respect te hebben voor de ingediende motie van de heer Rennings, maar dat hij zich hiermede toch niet kan verenigen, om dat hij een heel andere visie op deze zaak heeft. De VOORZITTER zegt nog wel een bemerking op de ingediende motie te hebben. Het waterschap Heerjansland is namelijk op een andere manier bij deze materie betrokken dan het waterschap West-BrabantHet waterschap Heer jansland heeft in de laatste informatie, die burgemeester en wethouders gekregen hebben, toegezegd dat de werken, die genoemd waterschap zou moe ten verrichten, klaar zouden zijn rond maart of april 1976. Hij vreet niet of het nog zinvol is om dit nog in de motie op te nemen. Het lid BROUWERS zegt dat zijn hart eigenlijk in deze geest spreekt. In de motie staat onder andere een zin dat uit stedebouwkundig oogpunt de haven in zijn huidige vorm dient te worden behouden. Hij is op de hoogte van het feit dat de inspraakprocedure het recht heeft te veronderstellen dat de burgers vinden dat de haven béhxdai moet blijven. Aan deze kwestie zitten altijd nog een aantal financiële consequenties en hij vindt het daarom prematuur om uit stedebouwkundig oogpunt en dergelijke zich nu uit te spreken. Hij kan er vrede mee hebben wanneer die zin gewoon ver valt. Hij wil zich best binden aan, om het zo maar eens te noemen, de in formele informatie. De formele informatie gaat ook wel van de werkgroe pen uit. Hij wil niet ontkennen dat dat in het verschiet ligt. Hij vindt het een beetje te vroeg om zich daaraan nu te binden. Hij heeft tegen de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 223