- 27 -
hst systeem was, dat de heer van der Graaf nu vraagt of dat mogelijk uit
gevoerd kan worden, bijzonder veel problemen opleverde. Problemen in die
zin dat als het alleen het grof huisvuil betrof er geen enkel probleem
aanwezig was om het te doen op de manier, zoals de heer van der Graaf
stelt. Het was toen het grote probleem dat het 60 70% huisvuil betrof,
dat buiten gezet werd langs de route van het grof huisvuil. Men spaarde
het huisvuil op om het dan één keer per maand buiten te zetten en met
het grof huisvuil te laten ophalen. Dat gaf nogal problemen omdat de
mensen, die dit vuil op moesten halen moesten kijken is het grof huis
vuil of is het huisvuil. Was het huisvuil dan moest men dit laten staan.
Het probleem was, als men dit huisvuil liet staan, dat het dan bleef
staan en men er na enige tijd toch weer op uit moest om dit op te ruimen
met het gevolg dat toen nogal eens een keer voorkwam dat hopen vuilnis
de straten ontsierden. Op de dagen dat er grof huisvuil opgehaald werd
was de aanblik van Oudenbosch bepaald niet al te fraai. Dat zijn redenen
geweest waarom toen maar een ander systeem gezocht is en men toen op het
huidige systeem is uitgekomen.
Het lid REMINGS zegt het gevoel te hebben dat de meerderheid van
de raad en het college ten aanzien van deze problematiek het eens is.
Hij heeft ook het gevoel dat het wenselijk zou kunnen zijn dat de raad
zich in een duidelijke motie uitspreekt. Hij zou dan het voorstel willen
doen de door hem opgestelde motie aan de overige raadsleden ter onder
steuning uit te reiken. Hij informeert hoe de voorzitter staat tegenover
het feit dat de raad zich aan het einde van deze beschouwing duidelijk
uitspreekt ten aanzien van de intensie rondom de haven, die vanavond aan
de orde geweest is.
De VOORZITTER zegt hiertegen geen bezwaar te hebben. Hij leest ver
volgens de door de heer Rennings overhandigde motie voor. Deze luidt:
"De gemeenteraad van Oudenbosch op 16 oktober 1975 in vergadering bij
een, terzake van de discussienota haven;
overwegende
dat blijkens de resultaten van de inspraakprocedure ook de burgers van
Oudenbosch zich voor het behoud van de haven hebben uitgesproken,
dat uit stedebouwkundig oogpunt de haven in z'n huidige vorm dient .te
worden behouden;
nader overwegende,
dat aan het behoud van d.e haven de voorwaarde verbonden dient te worden,
dat zij geen hinder in de vorm van stankoverlast voor de omwonenden te
weeg mag brengen;
dat de invloed van de stilstand van het water op de stankverwekking nader
moet vrorden onderzocht;
dat de gemeente bij de oplossing van de stankproblemen rond de haven af
hankelijk is van de waterschappen Heerjansland en West-Brabant;
van mening zijnde,
dat de gemeente moet streven naar het behoud van een stankvrije haven;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders,
in overleg te treden met de waterschappen Heerjansland en West-Brabant
teneinde inzage te krijgen in de concrete plannen met betrekking tot de
toekomstige lozing in de Oudenbossche haven;
al die maatregelen te nemen die nodig zijn om uiterlijk 1 juli 1976 een
samenhangend plan voor renovatie van de Oudenbossche haven bij de gemeen
teraad in te dienen;
en gaat over tot de orde van de dag."