- 26 - Kok in te gaan en vooruit te lopen op hetgeen er eventueel uit de komplan- commissie gesuggereerd wordt. Als men burgers inspraak geeft moet men daaruit de consequenties trekken en het ook overzichtelijk laten. Ken moet dus niet vooruit lopen op beslissingen, maar men moet inderdaad die in spraak door die mensen laten honoreren en afwachten wat zij te- vertellen hebben. Daar mag men wel wat spoed achter zetten. Dat hoopt hij ook. Het lid N. VAN HOOP vindt dat er toch eigenlijk een beetje voorbij wordt gegaan aan de oorzaak, naar aanleiding waarvan dit punt wordt be sproken, de brief van de P.5.P. namelijk. Hij vindt dat er van burgemeester en wethouders een duidelijk antwoord zou moeten komen op de ingezonden brief van deze werkgroep, die ook als zodanig ontzenuwd moet worden. Men stelt in de brief dat de haven in verband met de feestweek intensief uitgebaggerd zou zijn, alsof dat van invloed zou zijn op eventuele ver mindering of vermeerdering van stank. Dit raakt, gezien deze hele dis cussie, kant noch wal. Hij zou burgemeester en wethouders willen verzoeken om van de zijde van het college en ook releverend aan deze discussie in de raad een duidelijk antwoord te geven op de brief van de P.S.P. Hij dacht dat dit toch wel een goede zaak zou .zijn. Het lid DE VETH zegt nogmaals in herinnering te willen brengen hetgeen gesteld is over de vervuiling door de industrieën. Als er geen strenge maatregelen worden getroffen voor de industrieën aan de Industrieweg zal men merken dat het stankprobleem van de haven nooit opgelost zal worden. Het waterschap heeft het wel over een omleiding van het Spui, maar halver wege komt dit vuil dan toch weer in de haven uit. Het vuil komt dan weer terug en het blijft een vuile haven. De VOORZITTER antwoordt dat het waterschap West-Brabant de maatrege len, die nodig zijn ten aanzien van de industrieën, zal treffen. Dit is duidelijk gebleken uit gesprekken, die hierover gevoerd zijn. Hij zegt gaarne nog even te willen ingaan op een paar kwesties, die nog gesteld zijn. De heer Rennings heeft gevraagd of het college bereid is de coör dinatie van de werkzaamheden op zich te nemen. Er is een aantal werkzaam heden, die de gemeente zelf uit moet voeren. Het college is bereid die coördinatie op zich te nemen. Wat het waterschap betreft heeft hij al toegezegd dat burgemeester en wethouders druk zullen uitoefenen, ook met de steun, die uit de raad is gekomen, op genoemd schap om die maatregelen te treffen, die dit schap moet treffen. Het college zal trachten dit op zo kort mogelijke termijn te doen. Hij durft nu niet toe te zeggen, want daar moet eerst met het waterschap over gesproken worden, of het mogelijk is de plannen, die de raad vraagt, al in de eerste helft van 1976 allemaal op tafel te heboen. Hij wil wel toezeggen dat burgemeester en wethouders daartoe pogingen zullen ondernemen. Hij kan niet garanderen dat dit zal lukken. Hij hoopt dat de raad begrip op kan brengen voor het feit dat het college daarvoor wel zijn best zal doen, maar of de zaken, die de raad graag in de eerste helft van 1976 op tafel zag, ook zo ver zullen zijn, daarbij wil hij nog wel even een voorbehoud maken. Aangaande de opmerking van de heer van der Graaf betreffende een meerjaren-planning, deelt hij mede dat men met de voorbereiding van de begroting doende is. Daarbij komt uiteraard ook het investeringsschema,waarin door het college wordt voorgesteld om een bepaalde prioriteit aan de zaken toe te kennen. Hij dacht dat men daarop straks terug kon komen. Wat het systeem van het op halen van grof huisvuil betreft, deelt hij mede tot dit systeem te zijn gekomen omdat het systeem wat tevoren werd toegepast en wat dus eigenlijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 221