- 24 - te laten gaan. Hij moet wel zeggen dat burgemeester en wethouders momenteel door contacten met de politie in deze toch wel enige resultaten boeken. Hij hoopt dat dit in ieder geval op korte termijn ook nog verbeterd kan worden. Er is meer toezicht momenteel. Hij hoopt dat dit zal meewerken aan een be ter beheersen van deze kwestie. De heer Kok stelde het probleem, dacht hij, nogal vrij simpel, in zoverre om alles op de industrieën te werpen. Hij is van mening dat duidelijk uit de discussie van de werkgroepen van het kom- plan en de komplancommissie naar voren was gekomen dat men deze kwestie toch wel in andere proporties zag. Met name de haven betekent een bepaald element, zoals ook uit het rapport "Het Wijtvermaerde Veer van Oudenbosch op Dordt" blijkt, in het plaatselijk gebeuren van Oudenbosch. Men moet dit niet zien als zou het geheel alleen maar in stand worden gehouden ten be hoeve van de scheepvaart voor een paar bedrijven, die toevallig aan de Mark zijn gelegen. Hij dacht dat duidelijk naar voren was gekomen dat dit toch iets anders lag. De heer Kok stelde ook de kwestie van het verkeer. In het hoofdstratcnplan is als verkeerstracé inderdaad nog steeds gedacht aan de door de heer Kok genoemde verbinding. Vooralsnog weet men echter dat uit de inspraak naar voren is gekomen dat, uit overwegingen van stedebouw- kundige aard, die verbinding liever niet gezien wordt. De heer de Veth heeft gesteld dat in de vervuiling van de haven en het Spui de industrie- en een belangrijke rol spelen. Hij moet eerlijk zeggen dat inderdaad via het Spui door de industrieën wel wat vuil geloosd zal zijn. Wanneer de om leiding van het Spui gerealiseerd zal worden zullen er door het waterschap aan de industrieën wel de nodige eisen gesteld worden. De waterloop gaat dan een andere weg volgen en men heeft dan toch wel de bedoeling om het Spui dan een zo zuiver mogelijke waterloop te laten worden. Hij dacht dat hij de door het lid van Elzakker genoemde problemen ook al in hun algemeen heid beantwoord had. Hij hoopt dat hij de vragen van iedere spreker zo goed mogelijk heeft beantwoord. Het lid RENKINGS zou gaarne willen weten hoe het college er tegenover staat dat burgemeester en wethouders de algehele coördinatie op zich nemen. Voor agendapunt 11, dat zo dadelijk behandeld gaat worden, heeft hij het gevoel dat men nu het resultaat krijgt van het ontbreken van coördinatie, want hier is intern een limiet gesteld dan en dan moeten de werkgroepen klaar zijn, dan en dan moet de stedebouwkundige klaar zijn en dan komt de P.P.D., die zegt wij hebben ook 3 of 4 maanden nodig. Waar hij in dit verband voor wil pleiten is of het college van burgemeester en wethouders bereid is de algehele coördinatie op zich te nemen en of het college waar kan maken om in de eerste helft van 1976 met concrete plannen te komen ten aanzien van de werkzaamheden, die de gemeente zelf moet verrichten en de werkzaamheden, die het waterschap Heerjansland moet doen. En last, but not least kan in de eerste helft van 1976 het concrete plan van het waterschap West-Brabant tegemoet gezien worden? Hij informeert of het col lege bereid is contacten met die instellingen te leggen en bereid is die maatregelen, voorzover men die zelf moet treffen, ter hand te nemen. Het lid VAN DER GRAAF zegt over het algemeen content te zijn over de gegeven antwoorden. Hij had overigens niet anders verwacht, want er zijn niet veel andere mogelijkheden om dit probleem te lijf te gaan. Hij wil graag nog een opmerking maken in verband met de financiering waar hij gesproken heeft over het probleem dat men op een gegeven moment een keuze zal moeten maken en prioriteiten zal moeten stellen. Hij wil daa.rbij nog even wijzen op de komende begroting en wel op een meerjaren-planning. Hij

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 219