- 6 - heeft bijgewoond. Hij informeert of de voorzitter overtuigd was of het geen naar voren werd gebracht goed gemotiveerd was. De VOORZITTER antwoordt gesteld te hebben dat voor het feit dat be doelde posten niet in de begroting waren opgenomen een zeer zwakke mo tivering werd gegeven. Dat was gewoon een kwestie van dat men er in sommige gevallen iets anders had tegen aan gekeken of men had het gewoon vergeten. Hiervoor is geen duidelijke motivering op tafel gekomen. Van daar dat de algemene raad in die vergadering hiermede nog al wat moeite had. Hen zit met het feit dat de installatie rond maart klaar zal zijn. Hen wordt met deze cijfers geconfronteerd en kan geen kant meer uit. Het lid PLEVIER zegt over de staalprijs weinig te willen zéggen, om dat hij van mening is dat het bij velen bekend is dat een staalconstruc tie van deze omvang, namelijk 71 ton, zonder meer voor gemiddeld 1,75 per kg. zeer goed zou kunnen verwerkt worden. Als totaalprijs per leg. en niet nog eens 2,er bovenop. Dit is een belachelijke zaak. Hij is van mening dat het minste wat de raad kan doen is officieel het misnoe gen kenbaar maken. De VOORZITTER antwoordt dat andere raden dit ook al hebben gedaan. Hij zegt toe dat burgemeester en wethouders het misnoegen van de gemeen teraad aangaande deze kwestie over zal brengen aan het Openbaar Lichaam Vuilverwerking Roosendaal. Het lid N. VAN HOOF merkt naar aanleiding van het uitspreken van het misnoegen van de gemeenteraad op van mening te zijn dat het college van burgemeester en wethouders duidelijk moet stellen dat de raad niet geluk kig met deze gang van zaken is en dat de raad graag gewild zou hebben dat men van oorsprong geconfronteerd was geworden met goede cijfers, zodat de beslissing daaraan aangepast kan worden. Hij veronderstelt dat, als de raad in 1974 met deze cijfers bekend geweest was, er toch nog wel eens nagedacht zou zijn over de vraag al of niet aansluiten bij de vuilverbran ding. De VOORZITTER zegt dat over deze kwestie een brief zal worden ge schreven en dat de brief bij de stukken voor de volgende vergadering ter inzage zal worden gelegd. Het lid VAN DER GRAAF zegt, los van dit onderwerp, het woord te hebben gevraagd over de ingekomen stukken. Hij wil namelijk voorstellen om het kenbaar maken van de besluiten tot het verlenen van garantie in het vervolg achterwege te laten. Zij kan namelijk niet inzien welk be lang er mee gediend is dat naam en toenaam van mensen die een garantie vragen in het openbaar kenbaar gemaakt worden. Doordat deze stukken ter inzage liggen, heeft de raad toch de mogelijkheid zich hierin te blijven verdiepen. Het lijkt hem een beetje een persoonlijke zaak van mensen die een geldlening vragen. Hij vindt niet dat de namen van bedoelde aanvragers in het openbaar genoemd moeten worden. De VOORZITTER merkt op dat de huidige handelswijze een gevolg is van het feit dat de raad aan burgemeester en wethouders het verlenen van garan ties heeft gedelegeerd. Tevoren werd iedere aanvrage als afzonderlijk punt in de raad behandeld. Vandaar die bekendmaking. Hij zegt er geen enkel bezwaar tegen te hebben in het vervolg het oplezen van de namen der aan vragers achterwege te laten. Bovengenoemde stukken worden vervolgens voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 201