- 4 -
Vuilverwerking Roosendaal. Hij weet dat de gemeente Oudenbosch niet terug
kan. Dit is een duidelijke zaak. Hij vraagt zich tevens af of deze kwestie
misschien een politiek spel van de gemeente Roosendaal is geweest om in
eerste instantie laag te begroten met de gedachte op die manier een be
paald besluit van de aangesloten gemeenten te verkrijgen, zodat het be
gin gemaakt was. Op een goed jaar tijd een stijging van 3.000.000,
vindt hij niet aannemelijk. Ook in de prijzen per ton heeft men dit kun
nen zien. Hij is van mening dat in eerste instantie was uitgegaan van een
tonnageprijs van iets meer dan 30,Nu komen er prijzen te voorschijn
van 60,per ton. Hij dacht dat dit in de toekomst de nodige consequen
ties zal hebben voor de reinigingsrechten als zodanig. Hij merkt nogmaals
op dat er in deze geen weg terug zal zijn, maar misschien is er de ge
meenschappelijke regeling op na te zien of, wanneer het Openbaar Lichaam
Vuilverwerking Roosendaal eventueel grove nalatigheid aangerekend zou
kunnen worden, de gemeente misschien alsnog onder deze gemeenschappelijke
regeling uit zou kunnen komen. Hij dacht dat dit toch wel een punt was om
eventueel te bekijken, want als dit zo op deze wijze moet, dan ziet hij,
voordat de installatie klaar is, het er van komen dat men met zo een gi
gantisch geïnvesteerd bedrag zit dat de lasten als zodanig door de gemeen
schap niet meer te dragen zullen zijn. Hij zou concreet willen vragen of
de gemeente Oudenbosch op een bepaalde manier zijn misnoegen over deze
kwestie kan uitspreken en dit ter kennis brengen van het Openbaar Lichaam
Vuilverwerking Roosendaal. Op de tweede plaats zou hij eventueel de moge
lijkheid na willen gaan^tf gewoon volgens de tekst van de gemeenschappelijke
regeling, misschien toch overwogen kan worden dat er een reden zou kunnen
zijn om gewoon te zeggen dat als het op die manier moet de gemeente Ouden
bosch niet meer meedoet.
Het lid VRN DER GRAAF zegt dat hij oorspronkelijk niets over deze
kwestie had willen zeggen, maar hij zou nu toch gaarne twee opmerkingen
dienaangaande willen maken. Op de eerste plaats wil hij de heer N. van
Hoof in de herinnering roepen dat hij reoentelijk heeft gezegd dat op
de samenwerkingsverbanden, die er zijn, toch door de raad invloed uitge
oefend kan worden. Nu toont de heer N. van Hoof zich tamelijk machteloos.
Hij wil het daar graag bij laten. Het is op dit moment, dacht hij eigen
lijk een reden tot een zekere herbezinning op dit punt. Op de tweede
plaats wil hij in antwoord op de opmerking van de heer N. van Hoof, waar
bij deze zich afvraagt of de gemeente Oudenbosch terug kan, wel zeggen,
hoewel hij uit zijn hoofd niet de voorwaarden, waaronder dit samenwer
kingsverband is aangegaan kent, dat er wellicht andere mogelijkheden
zijn op dit moment. Deze mogelijkheden worden namelijk thans door Rijn
mond geboden, die tracht een stukje markt aan te boren op het gebied van
de vuilverwerking. In de situatie, waarin de gemeente thans verkeert, een
samenwerkingsverband dus, kan een alternatieve mogelijkheid om het vuil te
verwerken die machtsfactor zijn, die de gemeente Oudenbosch een stem kan
geven. Mogelijk is dit een punt om aan te denken.
Het lid RENNINGS zegt blij te zijn dat de heer N. van Hoof in ieder
geval die cijfers genoemd heeft. Hij wil toch ook wel zijn verontrusting
over deze materie uitspreken, dat het op een dergelijke wijze de pan uit
kan vliegen en dat men, waar nu blijkt, mogelijk zulke zwakke argumenten
heeft aangevoerd om de kostenstijgingen te motiveren. Men krijgt de indruk
dat er argumenten zijn aangevoerd, die vanuit een bepaalde deskundigheid
door een groep van ondeskundigen geaccepteerd zijn geworden.