- 21 - Het lid RUBBENS: Ik zou willen vragen of er iemand bouwt met prak tijkruimte en er nooit mee kan stoppen? Dit heeft men niet in de hand en dan zou men weer met hetzelfde probleem zitten. Daarom ben ik voor het voorstel van burgemeester en wethouders. Het lid REMINGS; Wij hebben wel een aantal bedenkingen met name die van de makelaar. Er moet daar niet uit afgeleid worden dat wij tegen ma kelaars zijn. Er is ook een ander aspect. Dat wij er gemakkelijk vanaf zouden komen, die gedacht heb ik een tijd gehad. V/at ik de laatste tijd aan voorstellen heb gezien om grond te verkopen in Het Spui, ben ik aan die veronderstelling gaan twijfelen, want weliswaar verkopen wij nu voor 78.000,als wij zouden besluiten, maar dan vraag je je toch af waarom mensen de prijs van 78,per m2 voor ook grote percelen in Het Spui geven. Aan de percelen in Het Spui wordt naar mijn mening dan de voorkeur gegeven. Door het feit, dat u al een aantal gegadigden gehad hebt, en die zijn al afgewezen, zeg ik alles overwegende niet van harte, maar ik zou mij toch bij de heer van Hoof aan willen sluiten. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen onder aan tekening dat de heer van der Graaf tegen dit voorstel is 22. Rondvraag, Het lid REMINGS: Ik heb terloops, door met ambtenaren te praten, gehoord dat ten aanzien van de onroerend-goedbelasting, de aanslagen in de loop van begin volgend jaar verstuurd zullen worden. Ik vraag u van datgene, wat aan de deelnemers van deze vergadering bekend is, als me dedeling aan de inwoners van Oudenbosch toe kunt zenden. Men leeft nu tegen het einde van 1978» het zou daarom toch goed zijn dat de inwoners weten dat de aanslag onroerend-goedbelasting er beslist aankomt, maar dat dit eerst begin volgend jaar zal geschieden. De VOORZITTER: Ik wil dit best bekijken met de betrokkene, die dat moet uitvoeren. Dat de aanslagen nog steeds niet de deur uit zijn eist een hele voorbereiding om deze belasting van de grond te krijgen. Wij zijn daarbij ook. nog gebonden aan gegevens die wij van derden moeten verkrijgen. Het lid VAN DER GRAAF: Ik ben de berging van de Klinkert kwijt. Ik moet nu constateren dat de gemeente wat armer is geworden, doordat er een bruikbare berging in het niets is verdwenen zonder dat de raad het op dat moment wist. Ik vind dit een onplezierige zaak. Ik heb in de vo rige raadsvergadering gevraagd of er mogelijkheden zijn voor de stukken, die ter inzage liggen, een betere werkwijze te krijgen, een betere op stelling. Ik zou u willen vragen: Is er in dit opzicht al een plan? In een vorige vergadering heb ik u ook gevraagd of dat wij een vergadering kunnen hebben met de komplancommissie en met de werkgroepen over de evaluatie van het komplan. Is er in dit opzicht al een plan? De VOORZITTER: Ik dacht dat wij u al een antwoord gegeven hadden over de berging van de Klinkert. Wij hebben die vraag toen direct door gespeeld en toen is gebleken, dat datgene, wat er van die berging over was gebleven, was een hoop puin. Hij moest weg vanwege de uitbreiding van de school. Dit wil ik samen met u en de directeur gemeentewerken nog nader op de tekening bekijken. Het komt namelijk niet vaak voor dat stukken, die voor iedereen bestemd zijn, op afdeling Interne Zaken ter

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 193