- 10 - meente aan openbaar onderwijs en gezamelijkheid in die vorm. Op dit mo ment moet ik u zeggen: ben ik er uitermate huiverig voor en wil ik toch graag het college en deze raad houden aan de eerder genomen intentie om dat openbaar onderwijs een goede start te geven en dus niet tegelijkertijd in het zelfde gebouw of er naast met twee andere vormen van onderwijs te starten. De VOORZITTER: Ik wil toch een poging doen om u zo ver te krijgen, dat u ook voor dit voorstel van protestants-christelijk onderwijs bent. Het is namelijk zo, dat de protestants-christelijke school een school is van drie lokalen. Op grond van de prognose, die zij overgelegd hebben, en rekening houdende met de uitbreiding van een wijk van 1200 woningen, kunt u zeggen, daar staat een school, maar die school zal als ae deel name niet mogelijk is te klein zijn en dan betwijfel ik dat u op grond van artikel 74 een weigeringsgrond hebt. Over het andere punt, waar u nog over spreekt, van die gezamelijkheidIk ben het met u eens, het levert problemen op. Er zijn heel goede voorbeelden van. Ik heb er zelf enkele gezien waar een dergelijke start gemaakt is en waar het bijzonder goed ging. Ik ben het helemaal eens en daar verschilt de raad van mening niet zoveel over, dat de openbare school, die wij zelf in Albano willen stich ten, een goede kans moet hebben. Ik hoop en verwacht ook, dat wij die kans ook zullen krijgen. Om nog even door te gaan over die gezamelijk heid: Wanneer zo'n school in eerste instantie niet volledig bezet zou zijn, maar zeer beperkt, dan geloof ik toch, dat wij op dat moment moe ten praten of dat dan niet mogelijk is om die lokalen bezet te krijgen, dus uiteraard uit de financiële overwegingen. Het lid VAN DER GRAAF: Als wij dan van die gedachte uitgaan, dan kan ik geen bezwaren hebben, Het is dus van geen kanten mijn bedoeling om het confessioneel onderwijs te dwarsbomen of tegen te gaan. Op dit mo ment ben ik alleen maar bezig om de intentie, die wij hadden, te trachten om die zoveel mogelijk waar gemaakt te krijgen. Ik geloof op dit moment "Oprecht in de wens van deze raad, omdat ook te doen en daar kan ik mij alleen maar over verheugen. Het lid VAN ELZAKKER: Ik ben het met de heer van der Graaf eens, dat wij dus iedereen en toch zeker het openbaar onderwijs het beste gunnen maar wij hebben dat zelf als raad niet in de hand. De ouders maken uit waar hun kinderen naar school gaan. Het lid BROUWERS: Meneer de voorzitter, u hebt daar juist gezegd het gaat hier over een principiële beslissing. Dat is inderdaad waar, maar ik vind het wel prettiger dat onze mening wel in de notulen is vastgelegd, minstens om te voorkomen dat straks gezegd zou worden bij een eventuele concretisering: Daar had je toen ook wel eens mee kunnen komen. Verder ga ik hier niet over redactionele zaken praten. Met betrekking tot de opmerking van de heer van der Graaf over de protestants—christelijke school het volgende. Er is zelfs door de minister een nota gemaakt over bestemming scholen in oude maar ook in verouderde wijken, die een andere bestemming krijgen dan het onderwijs. De VOORZITTER: Ik wil voor de stemming de voorstellen weer splitsen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. Q. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel <50 van de Kleu- teronderwi.iswet en artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan de Ker-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 182