- 8 - ele medewerking te verlenen. In de Lager-onderwijswet is exact omschreven waaraan een aanvrage van een schoolbestuur moet voldoen. Dat een aantal lokalen genoemd zijn vloeit voort uit het feit, dat daar in de bepalingen van de Lager-onderwijswet om gevraagd wordt. Het is gemakkelijker om voor de wijk in zijn totaliteit uit te rekenen hoeveel lokalen in totaal nodig zijn. Als wij opgaan tellen een zesklassige openbare school, een tien- of twaalf-klassige katholieke school en een vier-klassige protestants christelijke school dan komen wij aan een aantal lokalen, dat inderdaad boven het aantal voor de wijk ligt. Wij becijferen het totaal aantal lo kalen op ongeveer zestien zoals nu de geboortecijfers liggen. Hoe het straks zal zijn, als de scholen gerealiseerd gaan worden, is ook nog een twijfelachtige zaak. Waar wij u om vragen is alleen om een principiële medewerking te verlenen. Ik dacht dat dat ook uit de vergadering naar vo ren is gekomen en dat staat ook in de besluiten. In de besluiten wordt het aantal lokalen niet genoemd, want dat is verder ook in de Lageron- derwijswet vastgelegd, een zaak die in overleg met burgemeester en wet houders straks tot stand moet komen. Waar de raad uiteraard ook in kan meespreken, omdat zowel bij V^t beschikbaarstellen van de credieten, die nodig zijn voor de scholen, alsnog met deze materie wordt geconfronteerd als ook bij het feit van de grondverkoop en de aanwijzing van de terreinen voor de betreffende scholen. Ik dacht dat daar nogal wat waarborgen in lagen om dus niet te grote scholen te bouwen. Ik heb goed begrepen - daar is bij grote eenstemmigheid over en daar zijn wij het volledig mee eens dat wij in de vergadering toen wij het besluit genomen hebben om tot stichting van een openbare school over te gaan, de intentie hadden dat daar inderdaad een volwaardige openbare school een goede kans zou krijgen, een goede start zou kunnen maken. Wij zullen daarmede in de onderhandelingen met de schoolbesturen, die nu medewerking vragen, straks ook terdege rekening mee houd.en. Dat kan ik u zonder meer toezeggen, omdat het een uitdrukkelijke wens is die uit uw raad naar voren is ge komen. Ik dacht zo in zijn algemeenheid even in te zijn gegaan op vragen die door iedereen gesteld zijn. Als ik dan nog even op een aantal andere vragen terug mag komen. De heer Brouwers heeft gezegd van de protestants- christelijke school het is een verplaatsing van activiteiten. Uit de ge sprekken met dit schoolbestuur is duidelijk gebleken dat zij een school in Albano willen, omdat nu hun ervaring is, dat zoals nu de Isaac da Costaschool ligt, in het hele Oudenbossche gebeuren bijzonder slecht ligt. Wanneer zij een school in Albano kunnen oprichten, dan hebben zij een gebied, wat niet alleen Albano omvat, maar ook de wijk Pagnevaart en de wijk Velletri en ook met het komplan, als wij die relatie kunnen leggen en dan komen zij een stuk beter te zitten. Ik ben het met de heer van der Graaf, die daarop inhaakte, eens dat wij voorzichtig moeten zijn met overheidsgelden en met het buiten gebruik stellen van schoolgebouwen. Vroeger was dat een aangelegenheid van de bouwkundig inspecteur, omdat die toen er nog urgentie-verklaringen afgegeven moesten worden, moest bepalen dat een bepaalde school bouwkundig niet goed of slecht was en buiten ge bruik gesteld zou moeten worden. Dan pas kwam men in aanmerking voor een nieuwe school. De urgentie-verklaringen zijn afgeschaft en het is nu aan de raad om daar nu nauwlettend op toe te zien. Dit wil niet zeggen, dat ik het met hem eens ben, dat hij zo ver moet gaan, dat wij moeten zeggen dat wij op die grond dit verzoek moeten afwijzen. Ik dacht dat u als raad

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 180