- 5 -
dat is de bedoeling niet. Enkele van de meest opmerkenswaardige, niet al
tijd de belangrijkste heb ik vermeld. Ik sta zelf elk jaar weer verwon
derd over het vele dat de leden van onze gemeenschap weet te presteren
individueel of in groepsverband.
Loop der bevolking.
Het inwonertal dat op 1 januari 10.569 bedroeg, nam slechts toe met
119 personen tot 10.688 op 31 december. We moeten terug naar 1970 om be
neden deze aanwas per jaar te komen. Over 1973 bedroeg de toename overi
gens onevenredig veel nl. 620 personen.
Het geboorteoverschot bedroeg 49 (vorig jaar 56) omdat er 142 (vo
rig jaar 123) geboorten waren en er 93 (vorig jaar 67) mensen stierven.
Het vestigingsoverschot was 70 (vorig jaar 564); er vestigden zich 835
(vorig jaar 1272) en er vertrokken 765 (vorig jaar 708) mensen. Het aan
tal gezinnen bedroeg op 31 december 2920.
De gestichtsbevolking nam af van 948 eind 1973 tot 897 eind 1974,
een afname van 53 personen. Het aantal buitenlanders bedroeg op 1 janu
ari j.l. 364 (vorig jaar 340) personen, veelal individuelen, maar toch
ook 32 gezinnen. De grote aantallen worden gevormd door Marokkanen, Tur
ken en Spanjaarden. Ik meen te mogen zeggen dat hun aanwezigheid ons
weinig of geen zorgen baart. Of zij onverdeeld gelukkig zijn in ons mid
den durf ik helaas niet zeggen, maar het tegendeel is in ieder geval tot
dusverre niet duidelijk gebleken.
De geringe bevolkingstoename over 1974, heeft alles te maken met de
teruggelopen woningbouw over dat jaar, zoals nader zal blijken.
Planologie en Woningbouw.
In 1974 kwamen in totaal 119 woningen voor bewoning gereed, tegen
246 het jaar daarvoor. Dit verschil is vooral veroorzaakt door de veel
geringere productie van de Stichting Woningbouw St. Bernardus:
over 1973 werden 136 en in 1974 slechts 39 woningen voor bewoning opge
leverd.
De stichting past in deze overigens geen enkel verwijt: de bouwac
tiviteiten die zij in Het Spui wilde ondernemen konden pas veel later
van start gaan dan in de bedoeling lag en werden daarna nog weer door
dé extreem slechte weersomstandigheden getroffen.
Een en ander zou niet tot onprettige conclusies hoeven te leiden,
ware het niet dat het aantal woningzoekenden in de loop van 1974 een
zorgwekkende stijging te zien gaf, waarover zo aanstonds meer.
Een lichte troost is dat het aantal op 31 december in aanbouw zijn
de woningen van 208 134 bij de stichting en 74 bij anderen) tot een
forse stijging van de productie in 1975 zal leiden, maar toch niet zo
danig dat de opgelopen achterstand er door wordt ingehaald of met andere
woorden het aantal woningzoekenden meteen drastisch verlaagd kan worden.
Het aantal woningzoekenden bédroeg aan het begin van het jaar 281
en aan het eind 536. Hiervan zijn het merendeel (377) inschrijvingen die
in 1974 werden gedaan. De stichting die deze cijfers verstrekt, maakt
onderscheid tussen woningzoekenden die niet en die wél binding aan de
gemeente van voorkeur voor vestiging hebben. Die binding kan economisch
