- 7 - vindt het niet eerlijk om daar om heen te draaien en dat speelt natuur lijk ook een rol in de totale beoordeling van de bezetting van een aan tal burgemeestersposten. Hij is de voorzitter dankbaar dat hij een aan tal duidelijke vingerwijzingen, aanwijzingen, heeft ontvangen ten aan zien van de zaken waarmee de burgemeester zich zal dienen bezig te hou den en waarvoor hij interesse moet hebben. In de ontvangen profielschets ziet hij reeds onder A dat in een klimaat gewerkt moet worden, waar mee beslissen en meedragen van verantwoordelijkheid van belang is. Dit is iets wat hem bijzonder aanspreekt en hij hoopt danook dat de toekomstige burgemeester een zelfde gevoel zal hebben en dat hem dat ook bijzonder zal aanspreken. De samenwerking tussen de diverse groepen, die een ge meentebestuur en het gemeentelijk apparaat vormen, is een vanzelfspre kendheid. Maar degene die het hoofd daarvan straks zal zijn moet een zeker talent hebben, zo vertaalt hij dat, om die samenwerking, die zelf werkzaamheid en het dragen van verantwoordelijkheid, het samen beslissen, te kunnen bevorderen. De bijzondere interesse, ten aanzien van ae ruimte lijke ordening, de volkshuisvesting, het onderwijs, de handhaving en zo mogelijk uitbreiding van de werkgelegenheid, sport en cultuur zijn zeer belangrijke facetten van het gemeentebestuur. De toekomstige burgemeester zal moeten stimuleren en activeren het maatschappelijk en culturele leven. Over de aandacht richten op de gewestelijke taken wilde hij nog iets vragen. De aandacht richten vond hij wat voorzichtig uitgedrukt, om het zo maar eens te zeggen. Dit is misschien niet opzettelijk gebeurd. Hij zou willen vragen of de raad het zo ziet dat iemand, die burgemeester van deze gemeente wordt, zeer positief en actief moet bijdragen aan de intergemeentelijke samenwerking. Uiteraard moet een burgemeester een goede contactfunctie hebben, hij moet natuurlijk contacten kunnen onder houden met alle geledingen van de bevolking en alle zaken die zich in een gemeente manifesteren. Daarmee zijn een aantal karakteristieken ge geven, die hem bijzonder aanspreken. Daar zijn toelichtingen op gegeven, welke hij zojuist heeft aangehoord, doch de raadsleden moeten hem niet kwalijk nemen dat hij daarop niet direct kan ingaan. Hij hoopt zeer snel de teksten te ontvangen, zodat hij deze rustig kan bekijken en met elkaar vergelijken, om zodoende tot een slotsom te komen. Hij komt tenslotte aan het uitziften van degenen, die zich voor deze mooie post gemeld heb ben. Daar zal uiteindelijk een aanbeveling uitrollen, waarbij hij hoopt de raad naar eer en geweten te bedienen, te helpen aan een zo goed mogelijke burgemeester. Bij de aanbeveling blijft het want verder is het een zaak die de Minister van Binnenlandse Zaken afwerkt en hij heeft daar verder geen bemoeiing mee. Hij zal zijn best doen om zo goed mogelijk, binnen de mogelijkheden die er zijn, zowel binnen het aantal sollicitan ten als binnen de capaciteiten van deze personen, te trachten een zo goed mogelijke voorzitter aan deze raad te bezorgen. Hij kan het nog niet helemaal overzien maar hoopt dat dit zo goed mogelijk zal lukken. Het lid VAN DER GRAAF merkt op dat de Commissaris der Koningin een directe vraag heeft gesteld en hoewel hij zich niet de eerst aangewezene voelt om die vraag te beantwoorden lijkt het hem wel mogelijk dit te doen. De vraag gaat namelijk over de ietwat vage aanduiding dat de nieuwe bur gemeester aandacht moet hebben voor gewestelijke zaken. Hij gelooft niet dat die aanduiding, die vaagheid daarvan, per ongeluk in de profielschets gekomen is, tenminste niet van zijn kant. Hijzelf heeft met deze vaagheid

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 166