- 9 -
gaat gelukkig niet om grote aantallen, pakken om dat ongedaan te maken,
om dat te voorkomen. Daar hebben wij geen medicijn voor weten te vinden.
En het tweede is, daar kom je als burgemeester en hoofd van politie toch
ook nog al eens mee in aanraking, de ruzies die men onderling heeft, het
elkaar pesten, dat regelmatig gebeurt; bijvoorbeeld, iemand komt op
spreekuur en zegt: weet u wat mijn buurman nu altijd doet? Die zet zijn
auto nu altijd voor mijn deur. En dan neem ik nog maar een heel simpel
voorbeeld. De politieverordening is een heel mooi stuk, er zijn veel
mooie wetten in Nederland, maar als de mensen toch niet de goede geost
hebben onder elkaar, dan blijf je met dit soort vraagstukken zitten en
dat kan tot hele nare gevolgen voor de mensen onderling leiden. Af en
toe ben je dan ook betrekkelijk machteloos.
Dan wilde ik sluiten, omdat ik dacht dat het niet hoefde om in concreto
op de woorden die gesproken zijn in te gaan, met een algemeen dankwoord.
Het is natuurlijk zo (dat zegt men bij ieder afscheid, maar ik heb daar
ook geen andere woorden voor, dus u kunt op uw beurt bedenken: de zoveelste
gemeenplaats): mijn aandeel was maar heel betrekkelijk. Als u de gemeente
wet erop naleest, dan weet u dat een burgemeester nauwelijks eigen be
voegdheden heeft, die zijn zeer beperkt. Wat je wel kunt doen is te pro
beren om "de club bij elkaar te houden" en te proberen om in ieder geval
met de mogelijkheden die je hebt de belangen van de gemeente duidelijk
te onderkennen en voor te houden. De benoemde burgemeester kan zonder on
derscheid van plaatselijke verhoudingen zeggen: ik sta buiten de partijen,
ik heb geen plaatselijke belangen, mijn visie op het belang van de ge
meente, waarvoor we hier zitten, is z<5. Hij kan het natuurlijk fout heb
ben en de anderen hoeven dat dan ook niet te accepteren, maar hij kan van
uit zijn betrekkelijk onafhankelijke positie veel doen. Dat is geloof ik
het belangrijkste in het functioneren in het college van burgemeester
en wethouders en de gemeenteraad.
Zonder alle medewerking van de gemeentelijke medewerkers en speciaal de
secretaris, gaat het uiteraard ook niet en ik hoef alleen maar te zeggen
dat we daar nooit klachten over hebben gehad. Het is altijd even uitste
kend gegaan. De secretaris is een factor van continuïteit in Oudenbosch
zonder weerga. De meesten die hier aanwezig zijn kennen hem langer dan
ik. Hij is al in 1942 benoemd en u kunt verder uitrekenen wat dat be
tekent. Het is van groot belang op zulk een post in de gemeente, dat er
die continuïteit is. Die continuïteit was er ook in het college van burge
meester en wethouders. Voor het boek, wat ik intussen af hab, heb ik het
even nagegaan. Ik mag even teruggrijpen naar alle mensen, waar ik name
lijk op doel: wethouder Keij heb ik nog heel even als zodanig meegemaakt,
wethouder Brouwers een hele raadsperiode lang, de heer Braat maar ander
half jaar en daarna op anderhalf jaar na twee raadsperioden met de heer
du Pont en nu vanaf september met de heren du Pont en Meijers. Die conti
nuïteit maakt je werk dan ook wel gemakkelijk in Oudenbosch. Ik mag ook
zeggen en ik hoop dat straks niemand mij het verwijt maakt dat er toch
wel facetten zijn vergeten, ik heb namelijk echt niet gestreefd naar
volledigheid, dat ik met veel genoegen ook regionaal in het belang van
de gemeenschap werkzaam ben geweest. De regionale vertegenwoordigingen
heb ik altijd met veel genoegen gedaan. Ik heb mijn oor daar te luisteren
gelegd, ik geloof dat dat belangrijk is. Wij gingen ook nogal eens op
excursie met het idee dat als je op een ander gaat kijken je daar in