om rede nl. dat in de vorige vergadering er een voorstel aan de orde is geweest om middels een behoorlijke investering de gebouwen in en om het sportpark te verbeteren. Wij hebben daar tegen gestemd op grond van het feit dat wij hierin zagen een onevenredig hoge indirecte subsidie aan één bepaalde vereniging. Hetzelfde met de tennisbanen. Ik geloof dat deze zaak onder hetzelfde hoofdstuk gerangschikt moet worden en omwille van de consequentie zullen wij als dit voorstel gecombineerd wordt gebracht ook op die gronden tegen dit voorstel moeten zijn. Het lid DU PONT: Ik heb nogal enige moeite met de redenatie van het lid N. van Hoof. Als men die lijn door moet trekken, dat men peuterspeelwerk plus het particuliere initiatief ook volledig door het particuliere initiatief zou moeten laten betalen. Het is voor deze mensen dan een erg moeilijke zaak om dit werk van de grond te krijgen, als men deze redenatie door zou trekken naar het kleuteronderwijs. Ook het kleuteronderwijs werd tot 1956 niet gesubsidi eerd door het rijk. In de jaren daaraan voorafgaande waren er toch in iedere gemeente kleuterscholen, die dus door de gemeentelijke overheid en gedeeltelijk door het particuliere initiatief bekostigd werden. V/as dat niet geweest dan was het kleuteronderwijs misschien nog langer verstoken gebleven van de vorm, waarin het nu gepresenteerd kan worden. Vaak moet, voordat de rijksoverheid gaat subsidiëren, de gemeente bepaalde initia tieven ondersteunen om zover te komen. Het lid PLEVIER: Als u het voorstel gesplitst had ingediend, dan hadden wij na enige be raadslaging toch wel met het eerste gedeelte (peuterspeelzaal) mee kun nen gaan, maar wij moeten ten aanzien van het tweede gedeelte toch con sequent zijn. Het lid MEIJERS: Het betekent, dat de stichting al drie jaar lang om een eigen huisvesting gevraagd heeft. Als wij beginnen met een start-subsidie en dan nog een keer in het tekort in de exploitatie subsidie verlenen, terwijl dan uit de raad komt het in de begroting op te nemen, dan vindt ik dat wij de lijn door moeten trekken. Het lid VAN ELZAKKER: Ik vind dat de subsidie, in welke vorm dan ook, de tekorten zoveel moge lijk moet dekken. Het particulier initiatief zal zoveel mogelijk moeten opbrengen om dit tekort zo laag mogelijk te houden. Ik vind dat men moet weten hoe nat wij straks zijn. Als men dit voorstel aanneemt dan moet men de consequentie daarvan dragen. De VOORZITTER: Het is niet aan de orde of wij de Stichting Hummelhonk subsidiëren of niet en tot welke hoogte. Nu moeten wij consequent zijn, zoals het lid Meijers duidelijk heeft gezegd. Wij zijn er mee begonnen en zij hebben het zelf ook zoveel jaren lang goed weten vol te houden. De consequentie is be hoorlijke huisvesting, want wij kunnen de verantwoordelijkheid ook niet dragen, dat zij daar zo slecht gehuisvest zijn. U kunt straks bij de subsidie-aanvrage in de exploitatiekosten nog zeggen van ik vind dat de tarieven, die betaald worden, hoger moeten zijn, maar dat is nu niet aan de orde. Het lid N. VAN HOOF: U brBngt nu een ander argument naar voren, want ik ben in feite niet tegen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 148