- 19 -
reden om aan de goede trouw van het bureau te twijfelen. Als we dat had
den, dan zouden we op een gegeven ogenblik andere maatregelen genomen
hebben. We kunnen toch moeilijk anders dan zeggen geef ons dat aanvullen
de crediet, dan zullen wij ons uiterste best doen om de "schade" te be
perken.
Het lid MOL zegt tevreden te zijn met de toezegging, daar komt nog
bij dat wij niet terug kunnen, dat zou ook niet verstandig zijn om dat
te doen, vanwege het praktische probleem dat wij met het voorbereidings-
besluit zitten, wat binnen afzienbare tijd afloopt.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat de voorzitter zegt niet te twijfelen
aan de goede trouw van het stedebouwkundig bureau en dat doe ik eerlijk
gezegd ook niet. Maar ik vind wel dat de positie van een stedebouwkun
dig bureau bijzonder comfortabel is. Ik wil toch nog even terugkomen
op een aspect dat ik heb genoemd n.l. op de oncontroleerbaarheid van
de gevoteerde bedragen en daarop heeft u mij eigenlijk geen antwoord
gegeven. Ik zou zo graag zien dat er afspraken gemaakt werden op basis
van werkuren. Ik dacht dat wanneer het stedebouwkundig bureau werd ge
confronteerd met deze onwillige raad, en waarschijnlijk zal deze raad
het college van burgemeester en wethouders niet in de kou laten staan,
maar de onwilligheid ligt er toch duimendik bovenop, dat het stedebouw-
kundigbureau bereid zal zijn om in dit opzicht iets meer openheid van
zaken te geven. Ik blijf erbij dat ik bedragen die genoemd worden in de
orde van vele duizendjes, dat ik dat een bijzonder moeilijke zaak vind
en op grond daarvan als raadslid te zeggen van vergeet die gelden maar.
Ik blijf erbij dat het mogelijk en noodzakelijk is om een meer gespe
cificeerde begroting te overleggen, waar duidelijk uit af te leiden is
hoeveel uur er wordt gewerkt over verscheidene zaken.
Het lid PLEVIER sluit zich in eerste instantie aan bij de laatste
woorden van het lid van der Graaf. Ook ik ben die mening toegedaan voor
namelijk om het feit dat wij momenteel geen alternatief hebben, en wij
dus noodgedwongen toch dit crediet moeten uittrekken. Ik ben in ieder
geval blij dat u heeft uitgesproken dat het college het bijzonder goed
in de gaten zal houden dat deze gelden ook de laatste gelden zijn en
dat ze zo mogelijk optimaal worden besteed.
Het lid VAN ELZAKKER blijft toch van gedachten dat wij een meer
afgerond plan moeten hebben, en u zegt toe dat u daar binnenkort met
de stedebouwkundigen over gaat praten. Dat wij de zekerheid krijgen,
dat binnen het raam van dit crediet alles gebeurt wat nodig is. Dan ben
ik tevreden ook als ik straks zie dat er toch nog wel iets kan gebeuren
wat hier nu nog niet direct voorzien is. Ze moeten deze weg afleggen, het
moet geen lijdensweg worden. Ik zou graag een eindconclusie hebben, ik
zou graag uit dit labirinth van papier willen komen.
De VOORZITTER zegt dat dit in de lijn lag van de toezeggingen die
wij al aan u hadden gedaan.
Het lid KESSEL vraagt wie opdracht heeft gegeven aan het stedebouw
kundig bureau om deze prenten te maken.
De VOORZITTER zegt dat als het stedebouwkundig bureau zonder pren
ten was gekomen het helemaal erg zou zijn geweest, wat is er dan voor
al dat geld gebeurt. Zij hebben een eigen vrijheid om wat voor een voor
studie dan ook te maken al dan niet naar aanleiding van wat ze vernemen uit
de informatieavonden en uit de komplancommissie. Het heeft niet meer de