y 18 f toch de ervaring dat je zegt; nu een eigen intergemeentelijk bureau zou op den duur toch te prefereren zijn. Wat de heer van Elzakker be treft, u hebt het al gehoord, als burgemeester en wethouders zonder krediet zitten, en de zaak loopt dan kunnen we het niet langer aanhou den. Ban zijn wij verplicht, zoals het hier geformuleerd is, voor te stellen om mogelijkheden voor verder werken te scheppen. Dan kun je niet zeggen: had het nog eens bekeken en maak een plan op, want voor al die besprekingen is gewoon geen geld meer, want we zitten al 12.000, over het bedrag wat we te besteden hadden. Op een gegeven moment zit je er over heen en dan kun je moeilijk anders zeggen dan de raad voorstel len doen zoals we in dit geval hebben gedaan. Wel kunnen we zeggen en dat waren we ook van plan: tot hier en niet verder en daar moet het werk voor worden gedaan. Wat de heer van Hoof betreft, ik hoop te mogen ont kennen, maar heb nu niet de onderverdeling van het totaal uitgegeven be drag bij de hand, maar ik kan wel zien wat er nog gebeuren moet, dat het aandeel van de werkgroepen, de komplancommissie enz., op het totale be drag wat nu gevraagd wordt, maar gering is. En ik durf gerust te stel len dat we niet moeten denken dat die inspraak on3 nu zo afschuwelijk veel geld heeft gekost. Dat is bepaald niet het geval. Ik voor mij zoek het ook hierin, terwijl wij in de komplancommissie bij herhaling gezegd hebben: begint u ook alvast bij verschillende punten die helemaal niet in discussie zijn, begint u gewoon waar u voor betaald wordt. We heoben inderdaad weinig aan dat soort mooie prenten, die hebben met bestemmen eigenlijk helemaal niets te maken. Wij moeten gewoon naar concrete be stemmingen toe. Op punten waarvan wij weten dat er uit een oogpunt van ruimtelijke ordening weinig hoeft te gebeuren, hoef je ook helemaal geen filosofiën op te zetten. Een indeling van een of andere straat hxer kan ■altijd gebeuren, dat hadden we vijf jaar geleden kunnen doen, dat kunnen we nu doen of over vijf jaar, dat heeft met bestemmen als zodanxg nxets te maken. Ik begrijp ook niet goed dat men toch elke keer maar weer met prenten aan komt zetten. Ik was gisteren verhinderd de komplancommxssxe*agadaïlg hjj te wonen, anders had ik dat gisteren duidelijk gezegd. Daarom vxnd ik dat gesprek ook wel nodig. Ik kan in ieder geval wel toezeggen dat hetgene wat we nu hier bespreken, aan de hand van het voorstel, op de eerstvolgende vergadering en die is op 17 juni, aan de orde zullen ste len. Dat staat los van de afspraak dat we de heren van het stedebouw kundig bureau willen uitnodigen voor een vergadering van burgemeester en wethouders om deze zaak nog eens goed door te praten en tot duxde- lijke afspraken daaromtrent te komen. V/at de heer Rubbens betreft ten slotte. De technische commissie, daar is het gisteren kennelijk ook over gegaan. We hebben toen een onderscheid gemaakt tussen de inspraakcommis sie, die met gewoon verstand zou moeten kijken hoe wij dit moeten bestem men en om nu te voorkomen dat er allerhande gedachten op tafel zouden komen, die gewoon technisch niet kunnen, bijv. uit het oogpunt van lex- dingen, rioleringen de grondslag, daarvoor hebben wij een technische commissie in het leven geroepen, technisch ook in de zin van jurxdisch. Die kan dus pas aan het werk nadat er zoveel op papier staat dat je zegt: zo wil men het gaan doen en wat vindt u daarvan. Het kan zijn dat de commissie dan zegt dat zij er uit technisch oogpunt geen be zwaar tegen heeft, het kan ook zijn dat het niet kan. Wij zitten toch ook voor het blok en wij kunnen niet anders. Wij hebben toch ook geen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1975 | | pagina 104