- 3 - "Voorzitter, heren raadsleden. Wij mogen ons gelukkig prijzen met het voorstel dat door de heer du Pont op 25 juni van dit jaar werd gedaan aan alle nieuw-benoemde raads leden, om een informeel overleg over de organisatie van het gemeente bestuur in al zijn geledingen, zowel de kandidaatstelling van wethouders alsook de bemanning van de diverse raadscommissies. Op dit overleg van 4 juli j.l. waren alle gekozenen aanwezig of werden vertegen woordigd door plaatsvervangers uit partij of groep. Ik kan u mededelen dat daar unaniem overeenstemming werd bereikt, ondanks dat mogelijk niet aan alle wensen kon worden voldaan. Tijdens deze vergadering werd het mij echter ook duidelijk dat niet iedereen op de hoogte was van het feit dat ik mij niet meer beschikbaar kon stellen voor het wethouderschap, in verband met een benoeming tot adjunct-directeur van het vormings cent rum Br is vm buitenaf veel druk op mij uitgeoefend om een hernieuwde kandidaatstelling mogenlijk te maken en ik ben wel zo ijdel om dat als prettige bijkomstigheid te hebben ervaren. Maar de eisen die vanwege mijn funktie gesteld werden zouden de uitoefening van een wethouders- funktie belemmeren. Dit' is de enige reden waarom ik deze openbare funk tie niet kan kontinueren. Deze verklaring heeft in het eerder genoemde overleg geleid tot de kandidaatstelling van de heer Meijers, terwijl het vanzelfsprekend is dat de eerste wethouderszetel is toegedacht aan de heer du Pont." Het lid VM DER GRAAF merkt op dat het lid Brouwers heeft gesproken over unanieme overeenstemming met betrekking tot de kandidaatstelling der wethouders en raadscommissies. Dit is niet helemaal waar. Als raads lid heeft hij naar aanleiding van dit overleg reeds zijn eerste teleur stelling geboekt. Het gepleegde vooroverleg zou geschieden op basis van de programma's. Door, de onderscheiden fracties werden kreten geuit, waarin aandacht werd gevraagd voor de woningbouw, het onderwijs en der gelijke. Voor hetgeen het lid Brouwers heeft gesteld was een kleine meerderheid tegen. Hij vraagt zich af vanuit welke visie men de ge meente nu wil gaan besturen. Persoonlijk had hij het logisch gevonden dat bepaalde groeperingen elkaar hadden gevonden en op die basis wensten te regeren. Ondanks dit zal hij toch op de door het lid Brouwers genoem de candidaten stemmen. Het lid KESSEL zegt het volgende: "Mijnheer de voorzitter, Het is voldoende bekend dat er voorbesprekingen zijn geweest. De kandi daten voor het wethouderschap zijn reeds bekend gemaakt via de pers. Ons bezwaar tegen deze kandidaten is, dat ze geen commerciële inslag hebben. In deze zeer moeilijke tija~moet men commercieel denken anders zullen we voor de verdere ontwikkeling van Oudenbosch de boot gaan mis sen. Er staan deze zittingsperiode grote dingen te gebeuren in Ouden bosch, die enorme risico's met zich meebrengen, alleen commercieel kunnen deze risico's tot een minimum beperkt blijven. Het is bekend dat commercie een vies woord is, maar het is ook bekend dat alleen van winst de zaak kan draaien, voor de gemeente quitte speelt. Zelfs de vakbonden willen van het bedrijfsleven 'maar 300 miljoen gulden, om zich staande te kunnen houden. Dit moet toch uit de winst komen en niet uit het verlies. En daarom, mijnheer de voorzitter hebben wij andere voorstellen gedaan en hebben andere candidaten. gelanceerd. Het spijt ons dat wij voor onze

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1974 | | pagina 84