funktie, omdat de Raad het hoogste besturende college der gemeente is. Het is met name in de laatste tijd wel eens de vraag geweest hoe de Raad die verantwoordelijkheid moet beleven. Nog kort geleden heeft de Com missie Merkx gesteld dat de Raden er wijs aan zouden doen zich te be palen tot de grote lijnen van het te voeren gemeentebeleid. Een tweede punt dat wel in discussie was: hoe moet de verhouding tot het college van burgemeester en wethouders zijn. Er zijn kenschetsingen van twee verschillende situaties: de raad voelt zich in verantwoordelijkheid één met het college en voert steeds vertrouwvol beraad over de uitvoe rende taak die het college heeft. Het andere uiterste is dat de Raad in principe ten opzichte van de uitvoering critisch en controlerend staat, in welk verband men wel eens gesproken heeft van georganiseerd wantrouwen tegen over georganiseerd vertrouwen. Het nare van zulke discussies is dat er geen instantie te vinden is die, als bij een ge schil uitmaakt welke zienswijze de juiste is. Ik mag als mijn persoon lijke mening ten aanzien van beide genoemde punten stellen dat het mij ook raadzaam lijkt om als gemeenteraad niet teveel in details te treden en voorts dat de Raad, het' college in principe zijn vertrouwen geeft om binnen de algemene lijnen die zijn uitgestippeld, het dagelijks beleid te voeren. Nog een derde punt zou ik willen aanduiden dat wel als pro blematisch wordt ervaren: het feit dat de Raad, onkundig wat burgemees ter en wethouders en ambtenarencorps al veel langer aan het uitbroeden zijn, alleen met pasklare oplossingen wordt geconfronteerd en in veel gevallen alleen maar, soms met de rug tegen de muur, "ja" kan zeggen. Ik mag stellen dat deze situatie voor Oudenbosch niet de realiteit is; wij hebben ons in voorgaande jaren steeds veel moeite gegeven om bij alle belangrijke onderwerpen die zich aandienden op verschillende wijzen (b.v. via de Commissie openbare Herken, via een informele raadsvergadering eventueel via correspondentie), de raad in een vroeg, soms in het al lereerste stadium, op de hoogte te stellen. Ik twijfel er niet aan of deze wijze van werken zal worden gecontinueerd. Elke nieuwe raadsperiode is maar zeer gedeeltelijk een nieuw begin van gemeentelijke activiteit, omdat tal van ontwikkelingen zich van 4-jarige raadsperioden weinig aan trekken. Zo is het ook nu: we zitten deels midden in een aantal ontwik kelingen (bv. afbouw van de wijk Velletri Oost en Spui), deels staan we in de beginfase van andere (bv. het komplan) en voor weer andere is nog nauwelijks een basis gelegd (bv. het bestemmingsplan Albano) In verschillende stadia van voorbereiding zijn bv. ook zaken als de uit breiding van sportvelden, de bouw van een sporthal, de reconstructie van een aantal wegen, de verbetering van belangrijke accommodaties als bibliotheek en de ruimtebieding voor het verenigingsleven. Daar naast zal het streekgewest Westelijk Noord-Brabant zijn invloed gaan uitoefenen en zal een wijziging van het streekplan naar verwacht, aan de orde komen. Ik hoop graag dat deze en zoveel andere problemen die op ons af zullen komen steeds een eensgezinde gemeenteraad zullen ont moeten, met als richtsnoer het belang van de gemeente, het respect voor eikaars zienswijze en de eerbiediging van ieders verantwoordelijkheid." 4. Verkiezing van twee wethouders. Het lid BROUWERS stelt het volgende:

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1974 | | pagina 83