- 9 -
verkoopbesluit en de transportakte willen zien, bijvoorbeeld als kettig-
beding, waardoor deze hele transactie nu waterdicht geregeld wordt.
De VOORZITTER antwoordt dat dit zeker gedaan zal worden.
Besloten wordt van het recht van terugkoop van de betreffende grond
geen gebruik te maken.
17. Voorstel tot verkoop van arond/l4e wijziging gemeentebegroting: 1974
en 3e wijziging begroting 1974 van het Grondbedrijf.
18. Voorstel tot 2e wijziging van de "Legesverordening 1968".
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
19. Voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting 1973 en 1974- in ver
band met nadere berekening uitkeringen ingevolge de Financiële Verhoudiigs-
wet/lOOe wijziging gemeentebegroting 1973 en 15e wi.iziging gemeentebegro—
ting 1974.
Het lid VAN HOOF zegt bij de behandeling van de begroting 1974 het
voorstel te hebben gedaan de rioolbelasting te verlagen. Door de voor
zitter zijn toen een aantal argumenten opgesomd waarom de voorgestelde
verlaging niet verwezenlijkt kon worden. Door spreker werd toen gesteld
dat enkel de negatieve punten werden opgesomd en geen enkele meevaller
werd genoemd. Hier is nu een meevaller, die bij de begrotingsbehandeling
bekend was. Met geen woord is hierover echter gerept. Hij vindt dit
jammer. De circulaire van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
dateert van 29 oktober 1973 en is op 1 november 1973 binnen gekomen.
Tijdens de behandeling van de begroting 1974 werd over deze meevaller
geen woord gezegd. Hij kan zich voorstellen dat, wanneer van deze mee
valler tijdens de raadsvergadering van 20 december 1973 melding was
gemaakt, dan enkele of wellicht meerdere raadsleden het door hem gedane
voorstel tot belastingverlaging hadden gesteund. De post "Onvoorzien
geeft een bedrag aan van 187.000,Van dit bedrag moet nog wel
af, maar er blijft toch een zeer aanzienlijk bedrag over. Hij heeft tij
dens de begrotingsbehandeling gesteld dat er van de inwoners teveel be
lasting is geheven. Dit blijkt nu temeer, daar er op de post "Onvoorzien"
een geweldig bedrag overblijft. De voorzitter heeft over deze meevaller
met geen woord gesproken, maar enkel de tegenvallers genoemd, opreker
heeft toen opgemerkt dat als er tegenvallers zijn er ook wel meevallers
zullen komen. Hij prijst het college van burgemeester en wethouders voor
het feit dat het nu met voorliggend preadvies komt. Hij is evenwel van
mening dat op deze manier afbreuk wordt gedaan aan het vertrouwen in
burgemeester en wethouders.
De VOORZITTER antwoordt dat men in de vergaderingen van burgemees
ter en wethouders met dezelfde bezwaren had te kampen. Hij is zelf nog
eens goed nagegaan of tijdens de vergadering van 20 december 1973 al
zoveel concreets als nu blijkt gezegd had kunnen worden. Het gaat hier
nu in feite om twee posten, namelijk de post: "Belastbare opbrengst
gebouwde eigendommen" ad 32,269,56 en de post: "Uitkering per inwoner
ad 32.155,20. Bij het opmaken van de primitieve begroting is destij s
bij de belastingdienst geïnformeerd naar de opbrengst voor gebouwde eigen
dommen. De juiste gegevens zouden per 1-1-74 bekend zijn. Blijkens te e-