- 2 -
1954 deel uitmaakte, getuigen dat hij daarvoor veel en belangeloos heeft
gewerkt.
Een ander facet van zijn sociale werkzaamheid lag reeds voor de
Tweede Wereldoorlog en kwam onlangs pas weer aan het licht bij gelegen
heid van de tentoonstelling van Koene en Raaijmakers: zijn jareiange do
cent- en later ook directeurschap van de plaatselijke Tekenschool, voor
loper van de latere L.T.S!
In zijn laatste levensjaren heeft de heer Xeij nog enorm veel werk
verzet als secretaris van de Diocesane Bond van Bejaarden en Gepensio
neerden en had hij ook zitting in de Provinciale Commissie voor de Be
jaardenoorden. Hij nam tweemaal tijdens burgemeersterloze tijdperken die
tezamen ruim één jaar duurden, het burgemeesterschap waar.
V/ij mogen gerust zeggen dat de heer Keij in het harnas gestorven
is, nog vervuld van werk en zorg voor anderen. V/ij zullen hem in het ge
meentebestuur missen, omdat hij daarin een vaste plaats had en ook om
dat wij hem als mens waardeerden. Hij was wars van formaliteiten; hij
was daarentegen geccedeligk, ongedwongen en koos altijd de directe weg,
zowel voor goed- als voor afkeuring.
Omdat hij het was die mij op 4 juni 1966 de ambtsketen dezer gemeen
te omhing, mag ik ook persoonlijk nog zeggen dat de herinnering aan de
heer Keij bij mij blijvend zal voortleven.
Maar bij u allen en ook bij zeer velen in Oudenbosch zal de heer
Keij nog lang in dankbare herinnering blijven.
Ik moge u voorstellen hem enkele ogenblikken in stilte te gedenken."
1b. Onderzoek geloofsbrief nieuw benoemd raadslid Chr. van Elzakker.
Op voorstel van de VOORZITTER vormen de leden RUBBERS, DE HAAS en
KESSEL de commissie belast met het onderzoek van de geloofsbrief.
De VOORZITTER schorst de vergadering om de commissie de gelegen
heid te geven haar taak te verrichten.
Na heropening van de vergadering deelt het lid RUBBERS namens de
commissie mede dat de geloofsbrief van het nieuw benoemde raadslid Chr.
van Elzakker is onderzocht en in orde bevonden. Hij stelt voor tot toe
lating over te gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.
2. Notulen.
Aan de orde zijn de notulen van de vergadering van:
a. 20 december 1973.
Het lid VAN HOOF zegt dat op pagina 11 staat vermeld: "Men moet
aannemen dat dit dan ook zo is, anders zou geen verhoging van de riool
retributie voorgesteld moeten worden". Voor het woord "rioolretributie"
gelieve men te lezen: "waterverontreinigingsbijdrage"Op pagnina 12
staat vermeld: "Het lid van Hoof vindt, gezien deze begroting, het voor
de burgers van belang dat de belastingen verlaagd zouden worden. Hij wenst
daarom de aantekening tegen deze begroting te hebben gestemd". Hij zegt
gesteld te hebben dat hij vond dat zijn voorstel om tot belastingverla
ging te komen zodanig met de begroting verweven was, dat het voor de bur
gers van belang was dat de belastingen verlaagd zouden worden.