- 7 -
De VOORZITTER merkt op dat, daar het hier een officieel verzoek
om tot stichting van een openbare school te komen betreft, daarom de
aanhaling in het besluit niet gemist kan worden. Bedoelde aanvrage was
een verzoek conform het bepaalde in de Lageronderwijswet 1920 en dient
dienovereenkomstig behandeld te worden.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat nu voornamelijk is ingegaan op de
plaats van stichting der school. Er is jurispundentie over deze materie,
maar hij aarzelt nu daarover te spreken. Ten aanzien van de tijdsduur,
waarbinnen een beslissing genomen moet worden is ook jurispundentie,
welke hij bereid is het college van burgemeester en wethouders in han
den te spelen. De jurispundentie van de artikelen 19 en 19 ter van de
Lageronderwijswet 1920 handelt over de tijdsduur van het stichten van
een school waarbinnen het verzoek van de ouders van kinderen moet wor
den gehonoreerd. Het verzoek van de desbetreffende personen zou hij nu
willen ontkoppelen aan het te nemen besluit. Wanneer men dit doet dan
ligt er nog dat verzoek. Hij vraagt bedoeld verzoek niet aan het te nemen
besluit te koppelen, maar het verzoek om in het plan Het Spui een school
te stichten op grond van artikel 19 ter der Lageronderwijswet 1920 af
te wijzen. De verzoekers zullen dan mogelijk in beroep gaan tegen deze
beslissing. Wanneer het voorgestelde besluit genomen wordt is er ook
beroep mogelijk, doch de zaak ligt dan anders.
De VOORZITTER antwoordt begrepen te hebben dat het hier niet ging
om een officieel verzoek in de zin van de Lageronderwijswet 1920, doch
om een brief van enkele inwoners. Formeel behoefile daar geen besluit op
genomen te worden. Het college van burgemeester en wethouders doet de raad
■nu het voorstel tot het stichten van scholen voor openba.ar kleuter- en
gewoon lager onderwijs in het bestemmingsplan Albano. V/at betreft het
schrappen der namen van de verzoekers merkt hij op dat, wanneer men dit
doet er dan geen beslissing op hun verzoek wordt genomen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt gevraagd te hebben het verzoek op grond
van artikel 19 ter der Lageronderwijswet 1920 af te wijzen en nu een
besluit tot het stichten van scholen voor openbaar kleuter- en gewoon
lager onderwijs in het plan Albano te nemen.
De VOORZITTER antwoordt dat deze zaken nu in één formulering in
het besluit zijn vervat. Hij begrijpt niet goed waarover nu wordt gere
detwist. Het gemeentebestuur moet toezien op een goede formulering van
het te nemen besluit. In eerste instantie is met opzet gewacht om tot
een goede besluitvorming te komen. Het te nemen besluit moet door het
college van gedeputeerde staten der provincie worden goedgekeurd. Wanneer
de formulering niet juist is dan wordt het gemeentebestuur daarop wel
opmerkzaam gemaakt.
Het lid N. VAN HOOF merkt op dat, zoals het voorstel nu ter tafel
ligt, er voldoende argumenten zijn opgesomd om niet tot stichting van
een openbare school in het bestemmingsplan "Het Spui" over te gaan. Er
zijn eveneens voldoende argumenten genoemd om tot oprichting van een
openbare kleuter- en basisschool in Albano te besluiten. Hij zou de zinsnede
in het ontwerp-besluit"als plaats van stichting aan te wijzen een nog
nader te bepalen plaats in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan
Albano" willen wijzigen in die zin dat, wanneer zich in de gemeente
een plaats voordoet, die voor eventuele stichting van een openbare school
centraler is gelegen, deze plaats dan te benutten voor het stichten van