- 4 - en de kleinere objecten als speelgelegenheidMaar de mensen zullen ge bruik moeten kunnen maken van deze voorzieningen. Dat zal alleen geor ganiseerd, via de verenigingen, kunnen gebeuren. Deze verenigingen zul len dan ook de kansen moeten krijgen. Verenigingen. In het rapport de Veth staat: "Een meer trendmatige aanpassing zou gewenst zijn". Er zou een bepaald budget beschikbaar moeten zijn. Uw "voorhand" spreekt mij aan maar ik vind dat de overheid een meer creatieve taak heeft in dit alles. Er zijn tal van verenigingen die ieder op hun beurt vinden dat ze belangrijk zijn, en terecht. Het is hun bril, waardoor ze de funktie van hun vereniging zien. Maar de gemeente zit door een andere bril te kijken. Slechts het algemeen belang mag de overheid er toe brengen geld aan de fiscus te onttrekken. De overheid ziet: de snelle uitgroei nu. de snel veranderde normen. de bevordering van het welzijn. (En welk terrein ligt hier braak) is de primaire doelstelling van de overheid geworden. De overheid is subject, aan de aktie, en daardoor objectiever dan de be trokken vereniging of instelling zelf. Een belangrijk element in de gemeentebegroting wordt hier geboden. De gemeentebegroting biedt ruimte voor subsidiëring. Toch zouden wij wil len pleiten voor een snelle uitvoering van het volgende: 1ombouwen van de werkgroep jeugdbeleid tot "plaatselijke raad voor het jeugdbeleid" 2. het maken van een algemene verordening, naast en deels inplaats van de bijzondere verordeningen, met dien verstande dat de algemene verorde ning wordt ingebouwd. Deze moeilijke weg met het oog op de uniformi teit en duidelijkheid. Handleidingen zijn: blauwe reeks 51 - 39 - 44 der Vereniging van Neder landse Gemeenten. Sportverenigingen. Ik ben van oordeel dat er meer professioneel gewerkt dient te worden. Het moet geen sport zijn voor de beneden 15 jarigen maar opvoeding wat we subsidië'ren. Kortom we zijn niet tegen het plezierig- gezellig bezig zijn, maar als je met zijn allen de centen bij elkaar brengt mag je ook wel eisen stellen, aan de kwaliteit van deze opvoeding. Sociale zorg en maatschappelijk werk. Toont een relatief vrij hoge stij ging t.o-»v. de kosten. 1de A.B.W. heeft aanvullende funktie t.o.v. de bestaande voorzieningen. 2. sluitstuk van sociaal zekerheidsstelsel. Dat houdt in: dat pas dan A.B.W. begint als er geen andere mogelijkheid meer is om in de kosten van levensonderhoud te voorzien. Tevens: de A.B.W. heeft vele raak vlakken met andere voorzieningen. 3. Uitzonderlijk, art. 1, lid 2 van de A.B.W. heeft een individualiserende taak naar persoon, milieu en beroep. 4. Het middel van bestaan herstellen waar dit verstoort is. De mens helpen zichzelf te helpen. Landelijke normering zal problemen scheppen voor de commissie van bijstand. Menigeen denkt een goed hart te hebben en heeft slechts zwakke zenuwen. Stijging verzorgingsprijzen - uit huis geplaatsten - gezinszorg. De eigen bijdrage zal in een aantal gevallen zo hoog zijn dat ze er van af moeten zien om gebruik te blijven maken van de service. Het is onmogelijk te zeggen waar de wet ophoudt en de gerechtigheid begint. Het komt mij voor

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1974 | | pagina 135