gemeente oudëhbosch Vergadering van de gemeenteraad op woensdag 18 december 1974 des avonds om 7.30 uur. Aanwezig de leden: S.A.I. du Pont, C.J.Th. Meijers, W.L.G. Brouwers, Chr. van Elzakker, A.M. van der Graaf, J.E.M. de Haas, A.A.M. van Hoof, N.G. van Hoof, A.P.P.M. Kessel, P.B.J. Mol, W.H.M. Rennings, A.W.J. Rub- bens, G.J. Stenfert, C.P. de Veth. Bericht van verhindering is ingekomen van het lid J.M. Plevier. Voorzitter: drs. J.W.C. van Casteren. Secretaris: J.F. van Hoek. 1Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed. 2. Gelegenheid tot het houden van algemene beschouwingen in verband met de gemeentebegroting voor het .jaar 1975. Het lid BROUVERS houdt de navolgende beschouwing: "Mijnheer de voorzitter, Het mag ongewoon lijken, maar ik begin bij het slot. Het slot van uw no ta van aanbieding. Daarin memoreert u dat de inkomsten van de gemeente voor een zeer belangrijk deel gebonden zijn aan de Financiële Verhoudings wet 1960 en dat door gemeenschappelijke regelingen etc. anderzijds de uitgaven vastgelegd werden. Strukturele wijziging in het inkomstenpakket heeft het budget, in verhouding met voorgaande jaren, duidelijk groter gemaakt. Dat is nog iets anders dan financieel gunstig of ongunstig zijn van een begroting. Dat heeft gelukkige gevolgen voor het belasting tarief en vele andere zaken. Voorgaande jaren moest de raad vaak door populaire maatregelen te nemen, de gaten dichten. Hierbij denk ik aan de enorme hoge opcenten personele belasting maar ook aan de werkzaamheden die niet konden worden uitgevoerd. Berucht bijna was het z.g. redelijk peil eigen inkomstenheffingen van de minister van binnenlandse zaken. Ik heb het altijd een duistere zaak gevonden, dat de minister wist wat het ophalen van huisvuil per emmer kostte in Oudenbosch. Ik moet eigen lijk zeggen, wat het moest kosten, want betaalbaar was het nooit. Per soonlijk heb ik me vorig jaar nogal boos gemaakt, dat inkomsten welke te verwachten waren, of er was een redelijke zekerheid dat inkomsten te verwachten waren, niet of te laat bekend werden gemaakt. De raad zat daardoor voor een gat, dat door verhoging der belasting of matiging van openbare werkzaamheden werd gedicht. Pas later werd de raad gekonfron- teerd met het feit dat niet alles nodig was. Nu heb ik het idee dat alles zo verfijnd mogelijk is toegeschreven. Er ligt niets meer in een buro. En ook dat is winst. Wij zijn het verder met u eens dat we gelukkig mogen zijn

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1974 | | pagina 132