- 11 -
is ondergebracht in het gemeenschapshuis.
Het lid KESSEL vraagt of er nog meer verplichtingen zijn op dit ge
bouw, zoals een brouwerijcontract en er op toe te willen zien, dat er
zich geen horecabedrijf in vestigt.
Be VOORZITTER antwoordt dat het college van burgemeester en wet
houders eveneens veel waardering voor het kerkbestuur kan opbrengen en
zegt verderdatde kans op subsidie wel aanwezig is. De verhuur van het
gebouw zal geschieden aan het Maatschappelijk Centrum. Voor wat betreft
het horecabedrijf zal het gebouw de bestemming krijgen overeenkomstig
het bestemmingsplan.
Het lid KESSEL vindt het geraamde bedrag voor uitbreiding en ver
bouwing van het gemeenschapshuis ten behoeve van de bibliotheek en open
bare leeszaal aan de hoge kant en vraagt of er een oplossing is voor de
heer Janssen.
De VOORZITTERantwoordt dat dit nog maar een raming is en dat te zij
ner tijd met een nader voorstel wordt gekomen. De oplossing voor de heer
Janssen zal nog bekeken moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
25. Voorstel tot instelling van een commissie ad hoe voor het instellen
van een onderzoek naar de behoefte aan commissies.
Het lid VAN DER GRAAF merkt op dat hij als uitgangspunt wil zien het
rapport van de commissie Merkx.
Het lid N. VAN HOOF zegt hiermede wel eens te kunnen zijn, maar
ziet de noodzaak niet in, daar de in te stellen commissie een toch al
ruime taak heeft.
Het lid RENNINGS zegt het rapport Merkx in zijn fractie besproken
te hebben. Hij ziet er gevaar in om hiervan uit te gaan, daar de commis
sie dan een te grote opdracht krijgt.
Het lid VAN ELZAKKER vindt het voorstel van burgemeester en wethou
ders voldoende en ziet de noodzaak niet in om uit te gaan van hét rap
port van de commissie Merkx.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat men met een plan begint, ofschoon
de aanbevelingen niet behoeven gevolgd te worden. Hij vindt dat er een
basis ligt en zodoende de werkzaamheden van de commissie vlotter kunnen
verlopen.
Be VOORZITTER antwoordt geen standpunt te hebben en zegt de bevoegd
heid aan de raad toekomt om hierover te beslissen.
Het lid RENNINGS vindt dat de commissie niet behoeft uit te gaan van
het rapport van de commissie Merkx. De taakstelling berust volgens het
voorstel van burgemeester en wethouders bij de in te stellen commissie,
hetgeen hij voldoende vindt.
Het lid BROUWERS vraagt of het vorige voorstel van het lid van der
Graaf geen doordacht plan was, daar hij nu voorstelt uit te gaan van het
eerdergenoemde rapport. Verder is hij het met het standpunt van het lid
Rennings eens.
Het lid VAN ELZAKKER heeft eveneens geen behoefte om het voorstel te
wijzigen.
Het lid N. VAN HOOF vindt dat de taak overgelaten moet worden aan de
commissie