- 6 -
voorzieningen bijzonder onderwijs. Hij zou in de toekomst toch gaarne
deze vakleerkrachten verzekerd willen zien ter dekking van dergelijke
risico's. -
Het lid RENNINGS zegt teleur gesteld te zijn in het advies van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Genoemde vereniging stelt eerst
dat de"gemeente op grond van de huidige wettekst niet verplicht is be-»
doelde kosten te vergoeden. In de slotconclusie stelt de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten dat er wellicht sprake is van een leemte in de wet
en dat bij het vervallen van artikel 31 artikel 101 bis aangepast had
moeten worden. Het zou nodig zijn te inventariseren welke vakleerkrach
ten er aan de diverse scholen voor gewoon lager onderwijs verbonden zijn
en waar deze verzekerd zijn. Wellicht konden dan op grond hiervan maat
regelen getroffen worden om dergelijke risico's te dekken.
Het lid VAN DER GRAAF zegt zich te kunnen verenigen met de woorden
van het lid N. van Hoof. Hij is bang dat de gemeente in deze blijft zitten
met een fout, gemaakt door anderen. Ook hij zou pas zijn stem over dit
voorstel willen uitbrengen, wanneer duidelijk blijkt dat het betreffende
schoolbestuur in de financiële moeilijkheden, voortvloeiende uit deze
materie, blijft zitten. Hij zou willen aandringen op het feit dat de
vakleerkrachten particulier verzekerd worden. Dit is, volgens hem, een
taak van het schoolbestuur. De schoolbesturen dienden gewezen te worden
op het feit de vakleerkrachten particulier te verzekeren.
Het lid DU PONT antwoordt dat door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten is opgemerkt dat er wellicht sprake is van een leemte in de
wet daar bij het vervallen van artikel 31 artikel 101 bis aangepast had
moeten worden. De rechtspositie van de vakleerkrachten is altijd anders
geweest dan die van de overige leerkrachten. Met ingang van 1-1-73 is
deze: rechtspositie gelijk getrokken. Het gevolg was dat de vakleerkrach
ten vanaf 1-1-73 niet meer tegen ziekte verzekerd zijn bij het Risico
fonds Sociale voorzieningen bijzonder onderwijs. Het schoolbestuur heeft
voor de betrokken leerkracht geen verzoek tot keuring bij het Algemeen
Burgerlijk Pensioenfonds ingediend, omdat de procedure van keuring
zoveel tijd vergt dat bedoelde leerkracht dan inmiddels dc pensioenge
rechtigde leeftijd zou hebben bereikt. Deze keuring vindt plaats nadat
betrokkene een jaar met ziekteverlof is geweest. De procedure van keuring
vergt minstens 3 maanden. Soms wel 6 maanden tot 1 jaar. Was een dergelijke
keuring aangevraagd dan zou de procedure zoveel tijd vergen dat de be
trokken leerkracht inmiddels met pensioen was geweest. Aanvrage van deze
keuring had daarom geen zin. Er is in deze inderdaad een leemte in de wet.
Het lid BROüjERS informeert of de mogelijkheid niet is uitgesloten
dat de salariëring van vakleerkrachten dermate hoog is dat zij zich zelf
tegen dergelijke risico's moeten verzekeren.
Het lid DIJ PONT antwoordt hierop ontkennend. Andere onderwijzers zijn
ook verzekerd.
Het lid N. VAN HOOP zegt dat, na toelichting van deze materie door
het lid du Pont, hem alles een stuk duidelijker is geworden, luidere moge
lijkheden, dan in het voorstel genoemd, zijn er niet. Hij zegt zich nu
met het preadvies te icunnen verenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.