- 11 - schreven wettelijke procedure". Welnu, meneer de voorzitter, die proce dure volgend start ik met artikel 19, de algemene regel. Primair de taak van het gemeentebestuur. U geeft er de voorkeur aan door een deel van de bevolking gedwongen te worden om datgene te doen wat het college de raad ten onrechte wil laten nalaten. Wanneer de raad mijn rekenkundig inzicht deelt en dus aanvaardt dat na 1 het getal 2 komt en na 19, 19 bis en 19 ter dan mag ik stellen dat de raad inziet dat artikel 19 moet worden uitge voerd. "Voldoende openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen". Mag de raad er naar raden of aan artikel 19 is of wordt voldaan? Naar mijn mening verzaakt de raad dan zijn plicht. Stel dat ik ten aanzien van voorstel 10 van deze agenda had gezegd geen behoefte te hebben aan een nader onderzoek in de waterhuishouding van het plan iilbano met het argument dat mij van enig probleem in deze niets was gebleken? Zeer juist, dat is onzin. Evengrote onzin als stellen dat er geen behoefte is aan openbaar onderwijs zonder daarnaar enig onderzoek te hebben ingesteld. Meneer de voorzitter, ik hecht er waarde aan vastgesteld te zien wie in deze raad kiest voor het recht van alle gemeentenaren om voor hun kin deren het onderwijs te krijgen dat zij wensen. Dat is de kern van mijn voorstel, laten wij dat goed begrijpen, het gaat hier niet om een lief desverklaring aan het adres van het openbaar onderwijs, evenmin om aan te geven dat men tegenstander zou zijn van het bijzonder onderwijs. U heeft van mij nog geen enkel woord gehoord ten voordele van openbaar onderwijs goon woord gohoerd ten voegiAela van epsmfeTiBiii mnflorwi jrgeen woord ten nadele van het bijzonder. Dat is niet ter discussie, het gaat nogmaals om de vrijheid van keuze van onderwijs. Meneer de voorzitter, de toezegging om de behoefte aan openbaar onderwijs in het bestemmings plan Albano eertijds te bezien, neem ik u in dank af. Vooral omdat het college nu toezegt wat het in mijn voorstel afwijst. Durft het college niet op een eerder ingenomen standpunt terug te komen of zit er een dubbele bodem in de toezegging? Ik vrees het laatste. Is het college van burgemeester en wethouders bereid mij uit te leggen hoe het nu pre cies zit met die "laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet"- theorie. Is het, gezien het gebrek aan argumenten in het preadvies en de wanver houding die daardoor ontstaat met de principiële vraag die aan de orde is, niet zindelijker wanneer het college van burgemeester en wethouders het preadvies geheel intrekt, daarmee tegelijkertijd aangevend dat de leden van de raad volwassen mensen zijn die in vraagstukken van principiële aard niet "voorgezegd" behoeven te worden? Door een dergelijke daad zou mijn respect voor het college van burgemeester en wethouders alleen maar groter worden." De VOORZITTER zegt, namens burgemeester en wethouders te mogen stel len, van mening te zijn dat het lid van der Graaf ten onrechte opmerkt dat het onderwijs in het geding is. Het gemeentebestuur kan zelf ini tiatieven in deze nemen of dit aan het particulier initiatief overlaten. Noch van de zijde van een particulier, noch van de zijde van een groep personen heeft het gemeentebestuur reacties gehad op de soorten van on derwijs in de gemeente. Men kan ook niet plotseling van de soort van onderwijs veranderen. Stel dat in één der wijken in de gemeente plotse ling behoefte bestaat aan openbaar onderwijs en er worden 50 handteke ningen verzameld, dan komt die school er. Deze school blijft, om het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1974 | | pagina 100