- 6 - moeten zijn. Deze bepaling geldt enkel voor de echte, horecabedrijven. Het lid DE HAAS zegt dat artikel 104 bepaalt dat het tijdstip, waarop begraven mag worden bepaald wordt tussen 7 en 17 uur. Hij infor meert of burgemeester en wethouders van deze bepaling mogen afwijken. De VOORZITTER antwoordt dat het tijdstip, waarop begraven mag wor den nu wordt bepaald tussen 7 en 17 uur. Wanneer van dit tijdstip tot begraven constant zou worden afgeweken dan zou dit artikel veranderd moeten worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 12. Vaststelling brandbeveiligingsverordening. Het lid KESSEL zegt bedoeld voorstel aandachtig te hebben gelezen. Voor nieuwbouw vindt hij de toepassing van bedoelde verordening schitterend. Hij vraagt zich echter wel af welke toepassing er voor reeds bestaande gebouwen aan deze verordening wordt gegeven. De VOORZITTER antwoordt dat de mensen, die in bestaande gebouwen wonen, niet met ingang van vandaag of morgen aan deze verordening zijn gebonden. In deze verordening is een overgangsperiode van drie jaren opgenomen. Het lid KESSEL merkt op dat men bij uitbreiding van bestaande ge bouwen aan deze brandbeveiligingsverordening is gebondenjhsnaidie eenbcètuahd gebouw willen uitbreiden, komen voor grote financiële consequenties te staan. Hij informeert of voor dergelijke gevallen deze brandbeveiligings verordening soepel toegepast kan worden. De VOORZITTER antwoordt dat bij uitbreiding en dergelijke van be staande gebouwen geval tot geval door de commandant van de brandweer be keken zal worden. Het college van burgemeester en wethouders zal deze zaak niet scherper stellen dan beslist nodig is. In de verordening is, zoals reeds eerder gezegd, een overgansperiode van drie jaren opgenomen. Het lid VAN HOOP zegt enkel het begeleidend schrijven van deze vast te stellen verordening te hebben gelezen. Hij is van mening dat bedoeld verordening werd vastgesteld voor het algemeen belang en niet voor een of meer bepaalde gevallen. Het komt wel meer voor dat voor het algemeen belang elkanders lasten gedragen moeten worden. Volgens hem is dit ook hier het geval. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 15. Voorstel tot verkoop van grond/65e wijziging gemeentebegroting 1975 en 18e wijziging begroting 1975 van het Grondbedrijf. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 14. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet voor uitvoering van diverse werkzaamheden on het woonwagencentrum/66e wi.iziging gemeente begroting 1975. Het lid VAN ROOIJEN verwacht dat er in de toekomst nog meer aanvra gen tot beschikbaarstelling van credieten zullen komen voor reparaties aan dit object. Hij denkt hierbij onder andere aan de diverse vernielingen en het aanbrengen van een extra hekwerk. Hij zegt niet tegen dit voor- te zijn, want er zal ter plaatse iets moeten gebeuren. Het verlenen van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1973 | | pagina 86